5 zondag van de vasten C  -  02/04/2022

Lezing: Jesaja 43, 16-21  (NBV21)

Dit zegt de HEER,
die een weg baande door de zee
en een pad door machtige wateren,
die paarden en wagens liet uitrukken,
een heel leger van geweldenaars –
daar lagen ze, en ze stonden niet meer op,
ze zijn vergaan, als een kwijnende vlam gedoofd.
Blijf niet staan bij wat eertijds is gebeurd,
denk niet terug aan het verleden.
Zie, Ik ga iets nieuws verrichten,
nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?
Ik baan een weg door de woestijn,
maak rivieren in de wildernis.
De wilde dieren zullen Mij eer bewijzen,
de jakhalzen en de struisvogels,
omdat Ik water schep in de woestijn
en rivieren in de wildernis;
het volk dat Ik heb uitgekozen, laat Ik drinken.
Dit is het volk dat Ik mij gevormd heb,
het zal mijn lof verkondigen.

Bezinning

Soms lijkt ons leven een doodlopende weg.
We voelen ons aan alle kanten bedreigd
door mensen, door gebeurtenissen.
We voelen ons in de steek gelaten,
misschien wel door onze beste vrienden.
Het is moeilijk om zin te ontdekken,
moeilijk om te werken aan toekomst.
Want: 'waarom?', 'waarvoor?', 'voor wie?'.

In die dorre woestijn hebben we mensen nodig.
Mensen, die ons bij de hand nemen
en die ons op handen blijven dragen.
Zonder hen gaan we kopje onder,
halen we het niet of nauwelijks.
Zij halen ons weg uit de kringloop
van eigenbelang en egoïsme.
Zij wijzen ons op die kleine lichtpuntjes,
waarvoor we ons hebben afgesloten.

Het is goed om met die mensen mee te gaan.
We mogen op hen vertrouwen.
Ze scheppen in naam van God nieuwe ruimte.
Ze geven nieuwe perspectieven aan.
Als geen ander laten ze zien,
dat God een God van toekomst is.
Hij is het Doel van onze weg.
Hij is Leven in plaats van dood,
Liefde in plaats van haat.
Hij is de Kracht in onze zwakheid.
Hij is onze Weg, het Doel van ons leven.