7 Paaszondag C (31/05/2025)
Inleiding (Mia)
We naderen het einde van de Paastijd.
Binnen een week vieren we Pinksteren!
Deze paastijd werd voor de wereldwijde gemeenschap van christenen, een heel intense tijd.
Op het Paasfeest gaf de, eigenlijk stervende, paus Franciscus ons nog een laatste keer zijn zegen.
Daarvoor en voor de korte rondrit langs het Sint-Pietersplein, gebruikte hij zijn laatste krachten.
Op Paasmaandag is hij dan heengegaan.
Na een serene, ingetogen uitvaartdienst, brachten de kardinalen van de ganse wereldkerk, heel wat tijd door om mekaar beter te leren kennen en om stil te staan bij de grote uitdagingen waar de Kerk in deze tijd voor staat.
Daarna was er een kort conclaaf.
Kardinaal De Kesel getuigde over de wonderbaarlijke verbondenheid, eenheid, onder de kardinalen … hoe die kardinalen, hoe verscheiden van culturen en opvattingen ze ook waren, heel harmonieus toegroeiden naar een breed gedragen keuze: die voor kardinaal Prevost, paus Leo XIV.
Paus Leo XIV wenste iedereen onmiddellijk de vrede toe!
De vrede die alle conflicten, haat, geweld, overstijgt!
De vrede die groeit in de verbondenheid, eenheid in de grote mensenfamilie.
Die eenheid wenst ook Jezus Zijn leerlingen en alle gelovigen toe.
Dit horen we in het evangelie dat we nu gaan beluisteren.
Lezing: Johannes 17, 20-26 (NBV21)
Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in Mij geloven. Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in Ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de grootheid die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals Wij: Ik in hen en U in Mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat U Mij hebt gezonden, en dat U hen liefhad zoals U Mij liefhad.
Vader, U hebt hen aan Mij geschonken, laat hen dan zijn waar Ik ben. Dan zullen zij de grootheid zien die U Mij gegeven hebt omdat U Mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest werd. Rechtvaardige Vader, de wereld kent U niet, maar Ik ken U, en zij weten dat U Mij hebt gezonden. Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en dat zal Ik blijven doen, zodat de liefde waarmee U Mij liefhad in hen zal zijn en Ik in hen.’
Homilie (Mia)
In het Johannes evangelie hoorden we daarnet een stukje uit Jezus’ afscheidsgebeden.
Hij bad: “Mogen zij allen één zijn zoals Gij, Vader in Mij en Ik in U”.
Over welk soort eenheid gaat het hier? Allereerst eenheid als eensgezindheid.
Het is een mooie gedachte dat alle christenen eensgezind zouden zijn. De geschiedenis leert ons iets anders: er waren schisma’s en reformaties.
Het is alsof Jezus wel heel vooruitziend was! Hij kent Zijn mensen!
Eenheid is dan ook maar mogelijk in verscheidenheid. In de erkenning van de verscheidenheid!
Iedere mens is anders! Mensen verschillen qua culturele achtergrond, qua opvoeding, qua meningen …
Wensen dat er eenheid is in de zin van uniformiteit, gelijkvormigheid in alles, is dan ook een onmogelijkheid!
Niet iedereen hoeft over alles hetzelfde te denken!
Het komt erop aan ons, ondanks of zelfs met onze verschillen, verbonden te voelen met elkaar. Hoe kan dit nu?
Welnu, Jezus bid niet: “Mogen allen één zijn!”, maar: “Mogen allen één zijn zoals Gij Vader, in Mij en Ik in U.
of: “Moge de verbondenheid die ik met Jou ervaar, Vader, ook door hen ervaren worden.”
Jezus vraagt dus dat ieder die in Hem gelooft, God niet uit het oog zou verliezen.
Mogen wij, volgelingen van Jezus, de band met God aan den lijve ondervinden. Mogen wij vervuld zijn met zijn oneindige Liefde.
Zo lezen we ook in de wapenspreuk van de nieuwe paus: “Wij velen zijn in die Ene één!”
Wij velen, allemaal anders, mogen ons verbonden weten in en met de Ene!
Jezus’ eenheid met de Vader, betekende NIET dat Hij gelijk was aan de Vader. Hij was “één in wezen met de Vader”, zegt de geloofsbelijdenis van Nicea.
Hij was ten diepste met Hem verbonden.
Zo moeten ook wij niet gelijk zijn aan elkaar, maar mogen wij ons ook ten diepste met elkaar en met Hem verbonden zijn.
Met Hem verbonden zijn, maakt ons ook verbonden met elkaar. Want Hij is Liefde!
Die verbondenheid maakt ons dan ook tolerant en liefdevol naar elkaar toe! En zo wordt vrede mogelijk!
DAT maakt ons tot een nieuwe hemel en een nieuwe aarde! Het Rijk Gods!
– vergeef mij dit korte stukje theologie, maar ik vond dat jullie er recht op hadden –
Nu wist Jezus echter wel dat dit niet gemakkelijk zou zijn! Daarom zendt Hij ons Zijn Geest!
Vorige donderdag vierde de Kerk, wij hier jammer genoeg niet, het Feest van Hemelvaart!
Jezus maakte Zijn leerlingen duidelijk dat Zijn Kerk voortaan op eigen benen moest staan, zonder de onmiddellijk zichtbare Jezus als model naast haar. Maar dat Hij wel onder hen aanwezig zou blijven: als Helper, als Liefdesgeest, die onze geloofsgemeenschap van binnenuit inspireert, voortstuwt, bezielt.
En nu verwachten wij die Liefdeskracht!
We kijken uit naar Pinksteren!
Bidden we dan om die Liefdeskracht, maar OOK dat wij er zouden voor open staan!
Bezinning (Mia)
Vandaag vieren we niet enkel de 7de Paaszondag,
maar viert de Kerk ook het Feest van Maria’s bezoek aan Elisabeth.
Tevens sluiten we daarmee de Mariamaand af.
Daarom willen we nu samen stilstaan bij Maria als voorbeeld EN als Moeder voor ons allen.
Maria is groot omdat zij menselijk dienstbaar was.
Ze trok het bergland in om er haar nicht Elisabeth te helpen.
Maria staat ook nu klaar om ONS te helpen.
Als wij durven opkijken naar haar milde glimlach,
dan geneest zij vlug de bitterheid en de wanhoop die ons hart soms dreigt te overspoelen,
en dan komt er vrede en rustig vertrouwen.
Het is vooral in crisismomenten dat een mens zijn moeder niet kan missen.
Met een teder gebaar toont Maria ons steeds haar Kind.
Zij verwijst ons telkens opnieuw naar Jezus, als om te zeggen: “Hij is belangrijker.
Kijk en luister naar Hem en doe wat Hij vraagt.”
Eigenlijk stuurt ze ons op onze beurt het bergland in, d.w.z. naar de plaats waar zwakkeren en kleinen in nood zijn.
Maria is ook groot omdat zij geloofde.
Ze geloofde dat God haar telkens opnieuw zou brengen waar Hij haar nodig had.
Ze gaf haar “ja-woord”, ook al bracht haar dat tot onder het kruis van haar Zoon.
Daar zei Jezus tot haar: “Vrouw, zie daar uw zoon”, wijzend op Johannes. En tot Hem: “Zoon, zie daar uw moeder”.
Zo werd ze moeder van ons allen, al Zijn leerlingen.
Ze zou bij hen blijven, ook toen zij de Geest ontvingen.
Omwille van haar grote dienstbaarheid en haar groot geloof, vieren we haar, elk jaar opnieuw, een ganse maand lang.
Wij blijven in geloof naar haar opkijken, als naar het beeld van wat de hele mensheid te wachten staat:
de totale vereniging in en met God die Liefde is.