Goede Vrijdag C (18/04/2025)
Om niet te vergeten zijn we hier samen.
Om niet te vergeten zijn we hier samen.
Om nooit te vergeten hebben we het kruis hier neergelegd,
want het kruis vertelt ons het hele verhaal van Jezus van Nazaret.
Het verhaal van een mens, één en al liefde,
toch verworpen, omdat zij die de macht in handen hadden,
Hem als een bedreiging zagen.
Het verhaal van een mensenzoon één en al liefde,
beeld en gelijkenis van Hem die leeft.
En duizenden na Hem, tot op de dag van vandaag,
zij gaan dezelfde weg als Hij,
omwille van de gerechtigheid.
Omwille van de Gekruisigde van toen,
en de vele gekruisigden van vandaag,
zijn wij hier samen: om niet te vergeten.
Welkom aan jullie allen.
Lied: ♫ 69 Een lied tot Jezus Christus
Getsemane
Jezus kwam met hen bij een landgoed dat Getsemane heette.
Hij sprak tot zijn leerlingen: “Blijf hier zitten, terwijl ik ginds ga bidden.”
Petrus en de twee zonen van Zebedeüs nam hij met zich mee.
Hij begon bedroefd en angstig te worden.
Hij sprak tot hen: “Ik ben bedroefd, tot stervens toe.
Blijf hier en waak met mij.” Hij wierp zich plat ter aarde en bad:
“Mijn vader, als het mogelijk is, laat deze beker aan mij voorbijgaan.
Maar toch: niet wat ik wil, maar zoals gij wilt.”
Toen ging hij naar zijn leerlingen en vond hen in slaap.
Hij sprak tot Petrus: “Ging het dan uw krachten te boven om één uur met mij te waken?”
Ook wij zijn hier samen om te waken en te bidden.
Waken en bidden … bij het kruis van de Heer
EN bij het kruis van zovele mensen vandaag,
waar ook ter wereld, of in onze eigen kring,
misschien bij ONS kruis ook.
Waken … dat is wakker blijven
en onder ogen willen zien wat gebeurt.
Dat is tijd maken om stil te staan, om bij pijn en verdriet te blijven.
Het lijkt zo passief, wanneer we de ogen open houden
voor het leed van zovele mensen,
wanneer we in de onmacht gaan staan
van wat we niet kunnen veranderen
omdat we de pijn van de ander niet voelen
en haar niet kunnen wegnemen.
Waken, dat is wakker blijven
en onder ogen zien wat gebeurt aan onrecht, uitbuiting en geweld.
De beelden van vluchtende, uitgehongerde, gedode mensen
die vanuit de media op ons afkomen, tot ons laten spreken.
En dan beseffen dat we geen greep hebben
op het verloop van de gebeurtenissen.
Lied: ♫ 194 In manus tuas, Pater
Jezus voor Pilatus. Jezus zwijgt.
In de vroege morgen kwamen hogepriesters met de oudsten en schriftgeleerden en heel het Sanhedrin tot een besluit.
Ze boeiden Jezus, voerden hem weg en leverden hem uit aan Pilatus.
Pilatus vroeg hem: “Zijt gij de koning van de Joden?”
Jezus antwoordde hem: “Gij zegt het”. Pilatus ondervroeg hem weer en zei:
“Gij geeft in het geheel geen antwoord? Ziet eens wat voor beschuldigingen de hogepriesters tegen u inbrengen!”
Maar Jezus gaf volstrekt geen antwoord meer, zodat Pilatus verbaasd was.
Hij liet Jezus geselen en gaf hem over om gekruisigd te worden.
In naam van de romeinse keizer stelt Pilatus orde op zaken.
Jezus staat zwijgend voor hem. Hij is stil.
Een uitsparing van stilte te midden van het lawaai,
op een plaats waar geweld het voor het zeggen heeft.
Als een schaap dat staat voor zijn scheerder, stil, zonder iets te zeggen, incasseert hij het lijden.
Op vele plaatsen in onze wereld zijn mensen zoals Jezus:
zij doen niets anders dan incasseren. Ze lijden.
Soms zonder reden, soms omdat zij het leven van anderen probeerden wat draaglijker te maken.
Je zou iets troostend willen zeggen, iets opbouwend, maar wat?
Wat rest is enkel zwijgen en stilte.
Maar soms, als er niets meer over lijkt te zijn, toont zich in
de duisternis van dat lijden, iets van een mysterieuze draagkracht.
“Ik zal er zijn.” Jezus belichaamde deze stille daadkracht.
Een daadkrachtige stilte, die goddelijk is.
God, wees de stille stem in ons.
Blijf de tedere omarmer, ook in onze duisternis.
Keer u niet van ons af. Wees er.
Lied: ♫ 194 In manus tuas, Pater
Kruisiging
Zij sleepten hem naar Golgota, de schedelplaats.
Toen zij hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren en dobbelden om zijn omslagdoek.
Het was negen uur ‘s morgens toen zij hem kruisigden.
Samen met hem kruisigden zij ook twee rovers,
de één rechts, de ander links van hem.
Voorbijgangers hoonden hem, de priesters en de schriftgeleerden spotten onder elkaar:
anderen heeft hij gered, zichzelf kan hij niet redden.
Het werd middag, duisternis viel over heel het land.
Het werd drie uur in de middag.
Toen riep hij: “Eloï, Eloï, lamà sabàktani”.
Dat is vertaald: God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?”
Toen schreeuwde hij onverstaanbaar en was dood.
Geslagen is Jezus, gemarteld, vernederd.
Zo werd er gedaan met mensen die de machthebbers voor de voeten liepen.
Dit gebeurde voor mensen waar niemand voor opkwam.
Dit overkomt de rechtvaardigen. Dit is onze wereld.
En hier is God. Zo is God, die verschijnt in de stilte.
Een stilte die steeds wordt overschreeuwd, die niet wordt gehoord,
maar die ruimte geeft aan alles …
De militairen nemen Jezus’ kleren. Niets wordt aan Jezus over gelaten.
Niets blijft er over. Niets om hem te beschutten, om hem overeind te houden.
Wie hem omringden, hebben hem verlaten.
Wat zijn leven zin gaf, is van hem afgenomen.
Wat hij gedaan heeft, wordt vernietigd.
Waar hij houvast in vond, is hem uit handen geslagen.
Hij is helemaal uitgekleed. Alleen zijn naakte lichaam blijft over.
En zelfs dat is niet meer van hem.
De soldaten gebruiken zijn lichaam, ze pijnigen het, vernederen, doden.
Niemand houdt de moordenaars tegen.
Hij sterft. De stilte van de dood treedt in.
De getuigenissen verschillen. Stierf hij met een luide kreet?
Een laatste schreeuw van machteloos protest?
Stierf hij met de uitroep: “God, mijn God, heb je mij in de steek gelaten?”
Dacht hij dat mét hem ook zijn God verslagen was?
Of was zijn sterven zijn laatste handeling van vertrouwen?
Zag hij zijn dood als teken van Gods solidariteit met diegenen
die niets hebben dan hun stervend lichaam?
Gaf hij zijn levensadem in de handen van God, zijn Vader?
Gij? God, in ons verborgen als draagkracht,
wees betrokken als we vallen en falen.
Blijf bij ons, waar wij ook gaan, wat ons ook overkomt.
Lied: ♫ 194 In manus tuas, Pater
Graflegging
Het was avond geworden, de dag voor de sabbat.
Jozef van Arimatea, een vooraanstaand lid van de Hoge Raad,
een rechtvaardige man die zelf ook in de verwachting van het Rijk Gods leefde,
waagde het daarom naar Pilatus te gaan en te vragen om het lichaam van Jezus.
Toen bleek dat Jezus dood was, stond Pilatus welwillend het lijk af aan Jozef.
Jozef kocht lijnwaad, nam Jezus af van het kruis en wikkelde hem in het lijnwaad.
Daarop legde hij Jezus in een graf dat in de rots was uitgehouwen,
en rolde een steen voor de ingang.
Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jezus, keken toe waar hij werd neergelegd.
Jezus moest dood, vonden de politieke en religieuze machthebbers.
Zijn kruisiging was een teken van grote mislukking.
Maar er zijn mensen die in Jezus een teken van het ware leven
en van echte liefde blijven zien, ook nu hij is gestorven.
Zij zien in Jezus een levensvorm die de dood niet achter zich laat,
maar omvormt tot geboortegrond, tot nieuw begin.
Er zijn de vrienden en vriendinnen die niet kunnen verdragen
dat zijn lichaam nog verder wordt aangetast
en tot prooi wordt van gieren en honden.
Zij halen het lichaam van het kruis en leggen het in de schoot van zijn moeder.
De schoot die hem 9 maanden gedragen heeft.
De schoot waaruit hij is geboren.
Omgeven en doortrokken van de stilte van de dood wordt
Jezus’ lichaam toevertrouwd aan de stilte van de aarde.
Verborgen in het duister van de dood, wordt hij neergelegd,in het duister van de aarde.
Als een graankorrel, die in de stilte en de duisternis tot leven kan komen
en uitgroeien om vrucht te dragen.
Tijdens zijn leven heeft Jezus gezegd:
“Zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster zat,
zo zal de mensenzoon drie dagen en drie nachten in de schoot van de aarde zijn”.
De aarde als schoot? Het graf als baarmoeder?
Verwachting van leven door de dood heen?
Kunnen deze woorden iets betekenen voor ons?
Gij, God, die al wat is, tevoorschijn riep,
die al wat leeft, de levensadem hebt ingeblazen,
Gij hebt gezegd dat Gij nooit laat varen het werk van uw handen.
Wees trouw aan uw woord. Draag ons en koester ons.
Wees er,
in Jezus en in alle mensen die leven in Zijn geest.
Wees bij ons.
Lied: ♫ 194 In manus tuas, Pater
Kruishulde + Communie
Wij leggen nu onze bloem bij het kruis. Als teken van vertrouwen dat de graankorrel vrucht zal dragen.
Onze bloemen miskennen het lijden niet, integendeel, ze spreken van hoop op toekomst.
Laten we ons vertrouwen uitdrukken in dit gebaar.
Dat we durven geloven dat het graf een baarmoeder kan zijn voor een nieuw begin.
Dat vanuit machteloosheid weer hoop kan groeien.
Dat de stilte ons kan dragen.
Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest!” zei Jezus vlak voor Hij stierf.
Hij heeft Zijn leven in de handen van Zijn Vader gelegd.
Tot die Vader, die ook ONZE Vader is, bidden we nu: Onze Vader, …
De avond voor Zijn dood heeft Hij een immens sterk teken gesteld:
Hij brak en gaf het brood: “Dit ben Ikzelf, voor u gegeven”.
Vandaag verstaan we deze woorden beter dan ooit.
Het blijft Zijn uitnodiging om Hem daarin achterna te gaan.
Dat wij op onze beurt ook een leven zouden leiden van breken en delen,
gegeven mensen zouden worden, steeds meer.
Daarom BLIJVEN we dit teken stellen, gelovend dat,
wanneer we dit doen in Zijn Naam,
Hij heel intens midden IN en onder ons aanwezig is.
Mag ik jullie uitnodigen om naar het altaar te komen om een stukje brood te halen.
Lied: ♫ 28 Gij die de stomgeslagen mond verstaat
Voorbeden
Laten we nu noemen en gedenken de ontzaglijke menigte van lijdenden in deze wereld.
En bidden om Gods eeuwige ontferming.
Voor allen die vernederd, mishandeld, uitgestoten worden omwille van hun geaardheid, huidskleur, afkomst of geloof.
Voor allen die dood en vernieling rondom zich ontvluchten en hopen op een plek waar het leven menswaardig is.
Voor miskende bevolkingsgroepen die tot vijand gemaakt,
verdreven en hun bestaansrecht ontnomen worden.
Lied: ♫ Voor allen die gekruisigd worden wees niet niemand. Wees hun toekomst ongezien.
Voor kinderen die waar ook ter wereld moeten opgroeien zonder perspectief of toekomst.
Voor kinderen die honger lijden en wegkwijnen
en voor ouders die hun kind niet kunnen zien opgroeien.
Voor meisjes en vrouwen tegen wie verkrachting wordt gebruikt als wapen
en die daardoor soms zelfs door eigen familie verstoten worden.
Lied: ♫ Voor allen die gekruisigd worden wees niet niemand. Wees hun toekomst ongezien.
Voor zij die in naam van velen onrecht aanklagen en daarom van hun vrijheid worden beroofd.
Voor diegenen die naamloos en onvermoeibaar proberen om leed te verzachten.
Voor diegenen die moedig hoop trachten te brengen waar voor anderen alles verloren lijkt.
Voor allen die in stilte lijden en voor zij die rouwen om een gestorven geliefde.
Lied: ♫ Voor allen die gekruisigd worden wees niet niemand. Wees hun toekomst ongezien.
Voor al onze eigen intenties, voor al datgene wat wij persoonlijk
in de handen van de lijdende Heer willen leggen,
bidden we in stilte …
Lied: ♫ Voor allen die gekruisigd worden wees niet niemand. Wees hun toekomst ongezien.
Slotgebed
God, ook Jezus kende in het aangezicht van de dood angst en vertwijfeling.
“Mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?”.
Maar ook zei Hij: “In uw handen beveel ik mijn geest”.
Wij vragen u:
geef ons de kracht ons eigen kruis te dragen
en om andermans kruis te HELPEN dragen.
Wees Gij onze kracht en onze troost.
Beadem ons met Uw Geest.
Amen.
Zending
Aan het eind van deze dienst worden we weggezonden,
denkend aan hoe Jezus gestorven is,
denkend aan allen die lijden.
Laat ons dan gaan, in de stilte van Goede Vrijdag,
maar met de hoop op leven en licht.