Goede Vrijdag C  (15/04/2022)

Ziehier het kruis … Ziehier het lijden van de wereld,
het kruis dat mensen dragen,
en de kruisen die mensen elkaar opleggen.
Ziehier de mens, die lijdend stamelt: “Waarom?”,
“God, waarom hebt ge mij verlaten?”
Ziehier de mens die roept en vraagt en bidt
om iemand die helpt dragen.
Ziehier de Mens zoals God hem bedoeld heeft:
liefde tot het uiterste,
Beeld van “Ik zal er zijn voor u”,
ook als het kruis niet meer te ontwijken valt.
Daardoor werd Hij: Licht der wereld, Bron van leven.

Om niet te vergeten zijn we hier samen.
Om nooit te vergeten hebben we het kruis hier neergelegd,
want het kruis vertelt ons het hele verhaal van Jezus van Nazareth.
Het verhaal van een mens, één en al liefde,
toch verworpen, omdat zij die de macht in handen hadden,
Hem als een bedreiging zagen.
Het verhaal van een mensenzoon één en al liefde,
beeld en gelijkenis van Hem die leeft.
En duizenden na Hem, tot op de dag van vandaag,
zij gaan dezelfde weg als Hij,
omwille van de gerechtigheid.

Omwille van de Gekruisigde van toen,
en de vele gekruisigden van vandaag,
zijn wij hier samen: om niet te vergeten.

Lied:   69  Een lied tot Jezus Christus

Gij zijt voorbijgegaan. Een steekvlam in de nacht.
De vonken van uw naam zijn ogen in ons hart.
In flarden hangt Uw woord om onze wereld heen.
Wij leven in U voort, wij zijn met U bekleed.

Gij zijt voorbijgegaan. Een voetspoor in de zee.
Gij zijt te ver gegaan. Gij zijt een mens te veel.
Gij zijt voorgoed. Gij zijt verborgen in Uw God.
Geen stilte spreekt U uit, ondenkbaar is Uw dood.

Gij zijt voorbijgegaan. Een vreemd bekend gezicht.
Een stuk van ons bestaan, een vriend, een spoor van licht.
Uw licht is in mijn bloed, mijn lichaam is uw dag.
Ik hoop U tegemoet, zolang ik leven mag.

We zijn hier samen om te waken en te bidden …
bij het kruis van de Heer,
EN bij het kruis van zovele mensen vandaag,
waar ook ter wereld, of in onze eigen kring,
misschien bij ONS kruis ook.

Waken … dat is wakker blijven
en onder ogen willen zien wat gebeurt.
Dat is tijd maken om stil te staan, om bij pijn en verdriet te blijven.
Het lijkt zo passief, wanneer we de ogen open houden
voor het leed van zovele mensen,
wanneer we in de onmacht gaan staan
van wat we niet kunnen veranderen
omdat we de pijn van de ander niet voelen
en haar niet kunnen wegnemen.

Waken, dat is wakker blijven
en onder ogen zien wat gebeurt aan onrecht, uitbuiting en geweld.
De beelden van vluchtende, uitgehongerde, gedode mensen
die vanuit de media op ons afkomen, tot ons laten spreken.
En dan beseffen dat we geen greep hebben
op het verloop van de gebeurtenissen.
Waken is dan in onze angst gaan staan
en ons lot en dat van anderen uit handen geven.

Er gebeurt zoveel wanneer we niet weglopen
voor de emoties die ons overweldigen
maar ondanks alles trouw blijven in aandacht en nabijheid.
Stil blijven, niet weglopen, waken
bij al het lijden dat ons omringt OF dat in ons eigen hart leeft.

In dit uur van verinnerlijking,
in deze innerlijk stilte die we nu willen delen,
nodigen we u uit om u te verbinden met het lijden dichtbij
en met dat verre vreemde lijden, en er bij te waken.

Lied:   40  Blijf nu hier

Blijf nu hier en waak hier met Mij,
waken en bidden, waken en bidden ...

Als teken van onze bereidheid te waken bij het leed van mensen dichtbij of veraf,
nodigen we jullie uit om een kaarsje aan te steken en het op of bij het kruis te plaatsen.

In stilte worden de lichtjes op het kruis geplaatst.

Als er ons iets heel sterk kan aangrijpen, is het:
het lijden en de pijn van moeders omwille van het lijden of de dood van hun kinderen.
Moeders uit Oekraïne die hun zonen naar het front zien trekken,
Russische moeders die in totale onzekerheid leven over het lot van hun zonen,
Afrikaanse moeders met hun uitgehongerd kind op schoot …
Maria die onder het kruis met haar stervende zoon stond.
We overwegen nu het lijden en de dood van Jezus,
doorheen de blik van Zijn moeder.

          Stabat Mater: zij staat als moeder van Jezus onder Zijn kruis,
          gaat kapot aan verdriet voor haar stervende zoon.

          Zij is het die, in de tekst die nu volgt, spreekt in de dagen nadien,  
          omringd door Jezus’ vrienden en geliefden.

© Giovanni Battista Pergolesi  -  Stabat Mater Dolorosa

Er staat een moeder …

Enkele dagen geleden is het nu.
We stonden langs de weg: Maria uit Magdala, Veronica, Johannes, ikzelf … tussen de joelende, schreeuwende menigte.
Hij kwam voorbij, met het kruis op zijn schouders.
Zwetend, bloedend, strompelend … Hij viel. Mijn hart brak.
Mijn zoon, mijn lieve jongen, WAAROM???

En nu, ja, ze zorgen wel voor mij.
De ene vraagt hoe het is, misschien vraagt ze het zelfs te veel.
De ander glimlacht of legt zijn arm om mijn schouders.
Er zijn er ook die het zien als ik ween van binnen, en dan zelf tranen in de ogen krijgen. Maar ik kan mezelf niet  troosten.
De dagen lopen me voorbij, soms roept het verdriet hard in mijn hoofd, soms zoemt de hele tijd een zeurderige toon.
En ik laat het maar gebeuren. Wat kan ik doen?
Ik ken het leven, ik weet wat doodgaan met mensen doet,
ik probeer het niet nog erger te maken door tekeer te gaan.
Niet erger voor onze vrienden, niet erger ook voor mezelf.
Ik hou mezelf staande als een boom na een blikseminslag.

Maar dat het zo moest gebeuren, zoveel pijn.
Ons lichaam kan moe worden, beginnen haperen, het opgeven.
Dan is dat zo. We zijn ook maar kinderen van de Allerhoogste,
uit liefdevolle handen losgelaten en weer opgevangen.
Ik zing met de psalmen om daar woorden voor te hebben.
Maar mijn zoon is kapot gemaakt, terwijl hij gezond was, een mens van goedheid.
Waarom? Waarom al die gruwel?

Gij Ene, groot Mysterie, wat als de weg blijkt dood te lopen?
Op de innerlijke pelgrimstocht is een etappe 
gekomen
die niet voorzien was, de doodlopende weg.
Vandaag, Goede Vrijdag, komen we bij deze onherbergzame  wrede plek.
Het kwaad heeft gewonnen, 
het verdict om de dood van Jezus
maar ook de manier 
waarop
en de reden waarom is verpletterend,
zeker voor 
alle moeders en vaders, voor alle kinderen.

Ontferm U, wees ons genadig.

Het ergste zijn de nachtmerries.
Als ik de beelden terugzie, 
en niets kan doen dan de ontzetting voelen, de verlamming die mij mee doet doodgaan.
Als ik weer door mijn knieën zak, zelf naar de grond trek, omdat ik het niet meer verdraag te staan terwijl hij daar doorhangt, leegbloedt.
Dan schiet ik wakker, lopen de tranen over mijn gezicht, bonst mijn hart.

Altijd weer zie ik mezelf daar onder dat kruis, mijn zoon nog een vlek tegen het wegtrekkende licht.
Ik zie mezelf ineengezakt, steunend tegen de benen van Johannes,
want ik wilde niet gaan liggen, ik wilde kunnen opkijken en hem zien,
dat was de enige aanraking die ik hem nog kon geven.
En toen ik haar, Maria van Magdala, op mijn schoot had,
toen zij naast mij ineengezakt was en ik haar hoofd tegen mij aantrok en streelde,
voelde het alsof ik van zijn hoofd de haren wegstreek, zijn warmte nog beschermde met mijn handen.

Groot Mysterie, ook vandaag, niet ver van ons: mensen die vechten voor hun leven.
Zware ziekten, 
corona, de oorlog die doorgaat, vluchtelingen, kampen, honger, uitbuiting, … blijven bestaan.
Wij voelen ons 
machteloos tegenover zoveel leed, zoveel onrecht.

Ontferm U, wees ons genadig.

Het gebeurde allemaal rond mij: de soldaten die rondliepen, die riepen,
die mensen wegjoegen, die gingen zitten terwijl ze wachtten,
die dobbelden alsof hun werk even tijd over had.
Het gebeurde allemaal rond mij, andere veroordeelden die luid huilden, een paar honden, de lucht die betrok.
Maar ik zag alleen dat witte gezicht van hem, die vlek die kleurloos werd en schimmig,
dat lichaam dat nog hoog op aarde stond, maar eigenlijk zijn geest en wil al weg had laten gaan.
Maar toch … Hij is niet weg. Hij zal nooit weg zijn. Hij is mijn zoon.
Zoals de redding nooit weg zal zijn, dat geloof ik.
Voor twee die slaan, zijn er drie die verzorgen.
Ik zing weer mijn lied, hoe vreemd is dat.
Het zijn de woorden van Job, mijn lichaam herkent ze. Schepping groter dan vernietiging.
Het heeft mijn zoon gemaakt tot wie hij is.
Zijn onverwoestbaar geloof in een redding die kleine mensen ziet. Ziet en optilt.
De overdaad in zijn geven.
Zijn gedrag was overdaad: genezing, bevrijding van kwelling in hoofd en lichaam.
Zijn gedrag was overdaad: dwars door alle sociale afspraken,
aan tafel met verschopten en misbruikten en beroddelden, zelf de gastheer voor de straat.
Het moest mis aflopen. Dat wist ik al heel lang.
Maar het was een vrees die ik niet toeliet. Maar je weet het als moeder, je weet het.

Niet dat ik er hem iets over zei. Dat verdroeg hij niet.
Hij verdroeg geen vraag om voorzichtig te zijn, om rekening te houden met, 
om aan zichzelf te denken.
Als zoon ben ik hem al heel vroeg kwijtgeraakt. Hij ging zijn weg.
En ik bleef achter met mijn angsten, met mijn slapeloze nachten soms.
Ik volgde hem vanop afstand, zelfs al zat ik met hem aan tafel, zelfs al stond ik naast hem.
En ik jubelde, vaak zwol mijn ziel van vreugde. Want de gezichten die hij zag, zag ik ook … raakten mij ook.
De lammen in geest en lichaam. De ogen die niets durven vragen en daarom zo hard vragen.
De kleinen van gestalte, letterlijk en figuurlijk.
En ik zei tegen mezelf: wees dankbaar, want je hebt het hem zelf geleerd. Wees dankbaar dat hij het begrepen heeft.
Wees niet bang voor hem, hij trekt gewoon wat hij van jou geleerd heeft door tot het uiterste.

Lied:   Lied van de Moeder (Stef Bos)

En toen kwam de ergste gruwel: de gruwel van een mensenlichaam bewust pijn te doen, te slaan, te scheuren …
De wil om kapot te maken, die bewuste wil, zo tegengesteld aan alles waar ik als moeder voor geleefd heb.
De onverschilligheid waarmee ze hun werk deden, een werk dat erin bestaat iemand te kruisigen.
De afstand om een oordeel te vellen, en niet bij de veroordeling, de vernietiging te moeten zijn.
Je handen te kunnen wassen en aan tafel te kunnen gaan, terwijl niet ver daar vandaan iemand leegbloedt door jouw beslissing.
Ik zie het lichaam van de macht, die niets ontziende verslaving.
Ik zie de macht van het snijdende zwaard, van de zweep, de laster en de dreiging.
Maar zijn die onverschilligen, die dobbelaars, ook niet kinderen geweest met angst voor het donker ‘s nachts?

Groot mysterie, met al het leed dat we zien en horen in de wereld is het wezenlijk om onze betrokkenheid te behouden
op situaties en 
mensen die in grote of kleine miserie zitten.
Elk van ons heeft een grens van wat we aankunnen, wat we zelf al doorleefd hebben.
“Dit is wat ik nu kan helpen dragen”.
Help ons 
aan te zien en te doen wat we kunnen om tegen dit leed in protest te gaan
of nabij te zijn en te 
helpen waar het kan.
Help om onze 
manier van leven te bevragen: hoe we indirect dit leed mee veroorzaken en dit veranderen.

Ontferm U. Wees ons genadig.

Mijn lichaam is moe. Laat mij slapen en niets meer zien.
Het wordt plots zo oud, mijn kleine lichaam. Ik geef het water en brood en kleren en een bed.
Maar het kan niet alles aan wat het ziet. Het wil zijn ogen dicht doen en niets meer zien.
Maar ze zijn zo lief voor mij. Ze komen mij een warme drank brengen. Ze komen me toedekken.
Ze komen en gaan zitten en luisteren, niet meer dan dat, maar het is goed bij hen.
Zijn dichte vrienden en vooral Johannes voor wie ik als zijn moeder ben.
Samen zullen we TOCH verder gaan, omwille van Zijn droom … omwille van wat hij begonnen is!

Lied:  ♫ 28  Gij die de stomgeslagen mond verstaat 

©  Oosterhuis/Oomen  -  Effatakoor 2011

Kruishulde

Zijn woord: een bron van kracht en moed en zeker weten:
dat niet de duisternis ons overmeestert, dat niet het laatste woord is aan de dood … zongen we daarnet.
Het laatste woord is aan de hoop!
De ene, die als een Vader, als een Moeder van ons houdt:
niet voor de dood heeft Hij ons gemaakt, maar voor het Leven!
Laat ons daarom onze lichtjes nu vervangen door bloemen van hoop!
Bloemen van geloof in Leven, in toekomst.

Muziek:   Spiegel im Spiegel (Arvo Pärt)

Onze Vader

"Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest!”
Hij heeft Zijn leven in de handen van Zijn Vader gelegd.
Tot die Vader, die ook ONZE Vader is, bidden we nu: Onze Vader …

Broodbreking

De avond voor Zijn dood heeft Hij een immens sterk teken gesteld:
Hij brak en gaf het brood: “Dit ben Ikzelf, voor u gegeven”.
Vandaag verstaan we deze woorden beter dan ooit.
Het blijft Zijn uitnodiging om Hem daarin achterna te gaan.
Dat wij op onze beurt ook een leven zouden leiden van breken en delen,
gegeven mensen zouden worden, steeds meer.
Daarom BLIJVEN we dit teken stellen, gelovend dat,
wanneer we dit doen in Zijn Naam,
Hij heel intens midden IN en onder ons aanwezig is.

Muziek tijdens de communie:  

©  Bach Matthew Passion Chorale Settings - O Haupt voll Blut und Wunden

Voorbeden

Geen treffender voorbeden deze avond als het lied:  ♫  58 Groter dan ons hart

Laten we samen zingen en daarna, in de stilte van ons hart,
met onze eigen intenties naar de Heer toegaan.

Na enkele minuten stilte:

Omdat Gij het zijt, groter dan ons hart,
die mij hebt gezien eer ik werd geboren.

Slotgebed

Hem indachtig die, in leven en dood,
onze broeder is geworden …
die opliep tegen mensen, van eigen gelijk overtuigd,
van eigen belang bezeten …
die alle kwaad op zich nam, vroeg te vergeven,
en U zijn leven toevertrouwde,
bidden wij U, God,
om leven voorbij de dood,
om licht in het duister,
om een nieuwe dag na deze donkere nacht,
om paasmorgen voor de wereld.

God, zo bidden wij tot U,
in Jezus’ naam.
Amen.