20 zondag door het jaar C  -  'Geen vrede maar verdeeldheid'  (13/08/2022)

Openingslied:   112  Ik zoek een land

Ik zoek een land waar vrede is,
waar haat en nijd verdwenen is
en waar de mensen hand in hand
tezamen leven in dat land.

Ik zoek een stad waar vrede is,
waar eenzaamheid te dragen is
en waar de mensen zorgen dat
er niemand doodloopt in die stad.

Ik zoek een huis waar vrede is,
waar liefde ons tot woning is
en waar de mensen last en kruis
tezamen dragen in dat huis.

Ik zoek een mens die vrede is,
die ons een weg tot leven is
en die de mensen op doet staan,
de handen aan de ploeg laat slaan.

Ik zoek een land dat niet bestaat,
een droom die haast verloren gaat,
een stad, een huis, een luchtkasteel,
o God, vraag ik misschien te veel?

Inleiding  (Frans)

Vorige week hoorde we

"Wees niet bang, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie in zijn goedheid het koninkrijk geschonken."  (Lc 12, 32)

gevolgd door de oproep om onze lenden te omgorden en altijd klaar te staan voor de Heer, om - zoals Mia het zei - op het puntje van onze stoel te gaan zitten,
klaar om in actie te komen en de hand aan de ploeg te slaan.

Vandaag horen we het vervolg van deze lezing bij Lucas.

Jezus doet een verrassende uitspraak, iets wat niet onmiddellijk past bij het beeld dat we van Hem hebben.

Een goede oefening om in de diepte te luisteren en ons te laten raken. Want dat is ongetwijfeld wat Hij zou willen.

Luisteren we naar het verhaal volgens Lucas.

Lezing:  Lucas 12, 49-53  (NBV21)

Ik ben gekomen om op aarde een vuur te ontsteken,
en wat zou Ik graag willen dat het al brandde!

Ik moet een doop ondergaan,
en Ik word hevig gekweld zolang die niet volbracht is.

Denken jullie dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde?
Integendeel, Ik zeg jullie dat Ik verdeeldheid kom brengen.

Van nu af aan zullen vijf in één huis verdeeld zijn:
drie tegen twee en twee tegen drie.
De vader zal tegenover zijn zoon staan en de zoon tegenover zijn vader,
de moeder tegenover haar dochter en de dochter tegenover haar moeder,
de schoonmoeder tegenover haar schoondochter en de schoondochter tegenover haar schoonmoeder.

Deelmoment  (Frans)

Geef toe, toch wel verrassend dat Jezus, die we onder meer de Vredevorst noemen, zegt
Denken jullie dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde? Integendeel, Ik zeg jullie dat Ik verdeeldheid kom brengen.” …

Het maakt me onzeker en onrustig.
Dat is toch geen Blijde Boodschap? Of toch?

Het begin van de lezing hielp mij om die uitspraak een plaats te geven.

Jezus kwam op aarde om een vuur te ontsteken, een leven gevend vuur van Liefde, of zoals hij dat zelf samen vatte: “Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht” en “heb uw naaste lief als uzelf”.  (Marcus 12, 29-31, het zogenaamde dubbelgebod van de liefde).

Maar, verwittigt Jezus ons vandaag, het pad van de Liefde loopt niet altijd over rozenblaadjes en roept bij momenten weerstand, tegenstand op. …

Soms in onszelf.
Als we eerlijk zijn vinden we niet iedereen zo beminnelijk, hebben we het echt moeilijk met sommige mensen, familieleden of anderen. Hun gedrag of wat ze zeggen kan daartoe bijdragen. Maar soms is er gewoon antipathie op het eerste zicht.

We voelen afstand, weerstand, verwijdering. Dan is liefhebben echt een opgave, een uitdaging. Soms komen we niet verder dan een soort “gewapende vrede” of een afstand houdende, beleefde, sociaal aanvaardbare manier van omgaan met de andere.

Dat is menselijk. Jezus blijft ons uitnodigen om ook die gevoelens in gebed aan God toe te vertrouwen, te bidden voor die mensen – hoe moeilijk dat ook kan zijn - én telkens opnieuw te proberen er het beste van te maken.

Onze wil tot liefdevolle aandacht is belangrijk op zich. Elke stap telt.
Denk maar aan het kleine meisje dat telkens opnieuw zeesterren op het halfnatte zand terug naar de zee bracht. Toen volwassenen haar zeiden ermee op te houden omdat ze toch niet alle zeesterren kon redden, antwoordde het meisje: “misschien niet, maar deze ene wel.”

Er kan ook weerstand, tegenstand komen van anderen. Omdat Liefde niet tegen onrecht en verdrukking kan, daar kwaad van wordt en daar iets wil tegen doen. En dan bots je op onverschilligheid, onbegrip, zelfzucht en macht. Die willen geen verandering.

Soms stel ik mij de vraag: laat ik, laten wij ons nog wel genoeg raken?
Voelen we nog genoeg boosheid om op te komen tegen wat duidelijk fout gaat in onze maatschappij, tegen wat duidelijk onrechtvaardig is.?

Jezus hoopt dat ons geloof ons helpt om de dubbele Liefde – voor God en voor onze medemensen - zo toe te laten in ons hart, dat ze ons moed en kracht geeft om niet langer lijdzaam toe te zien. Om op te komen tegen wat knecht en klein maakt en dus op te komen voor wie het moeilijk heeft, armoede ervaart, niet gezien wordt, …

De geest is gewillig, maar het vlees is zwak”.
Jezus wil ons door een provocerende uitspraak wakker schudden.
Naar Gods Woord luisteren, bidden is iets dat we altijd nodig hebben.
Als we echt willen “breken en delen” is er meer nodig. Dan moeten we ons laten enthousiasmeren door zijn Liefde en vuur om tot concrete daden, acties te komen.

Tegelijk zegt hij ons dat we het niet te ver moeten zoeken. Het begint bij onszelf, bij onze naaste omgeving. De reactie van de anderen hebben we niet in de handen, wat we zelf doen (of niet doen) wel.

En het zit, zoals zo dikwijls, in kleine dingen. Het is afwegen en kiezen, telkens weer …  Niet makkelijk, maar doenbaar.
En, zegt Jezus: wees niet bang, laat twijfel en moedeloosheid je niet verlammen, want je staat er niet alleen voor, Ik ben bij jullie. Kijk naar mijn voorbeeld en weet: Gods Geest zal jullie helpen.

Laat ons deze week een eerste stap zetten …

En nu samen de tafel dekken en brood breken en delen.

Bezinning

Heer, maak mij een instrument van Uw vrede  Gebed van Franciscus van Assisi (1181-1226)

Heer, maak mij een instrument van Uw vrede.

Laat mij liefde brengen waar haat heerst,
laat mij vergeven wie mij beledigde,
laat mij verzoenen wie in onmin leven,
laat mij geloof brengen aan wie twijfelt,
laat mij waarheid brengen aan wie dwaalt,
laat mij hoop brengen aan wie wanhoopt,
laat mij licht brengen aan wie in duisternis is,
laat mij vreugde brengen aan wie bedroefd zijn.

Laat mij niet zoeken getroost te worden, maar te troosten,
niet begrepen te worden, maar te begrijpen,
niet bemind te worden, maar te beminnen.

Want het is toch door te geven, dat men ontvangt
door te verliezen, dat men vindt
door te vergeven, dat men vergiffenis ervaart
door te sterven, dat men verrijst tot het eeuwige leven.

Amen.