Witte Donderdag B  -  'Ik zal er zijn'  (01/04/2021)

Lezing 1: naar Exodus 12, 1-8.11-14

Op een dag gebeurt het:
de grote dictator van Egypte wordt heel klein –
een volksbeweging is niet meer te stuiten.
In paniek roept de man die eens zo groot was: "Gaat dan, weg uit mijn ogen, en neem die God van jullie mee!"

Iedereen staat vertrekkensklaar. Het is nu of nooit:
wegtrekken uit datgene wat je vasthoudt;
de kans grijpen, met beide handen,
een nieuwe toekomst tegemoet,
alleen maar weten dat datgene wat was, niet goed was
en geloven dat God keek, maar geen leven zag.

In stilte worden de laatste berichten doorgegeven: "Hou je klaar met pak en zak.
Maar als je klaar bent, kom dan nog even samen met je familie op deze laatste avond.
Slacht een lammetje, zoals vroeger toen we nog herders waren.
Bestrijk met het bloed de deurposten: de dood zal aan jou voorbijgaan.
Verdeel het gebraden vlees onder elkaar en eet daarbij ongerezen brood en bittere kruiden
als herinnering aan al die ellende die nu voorbij is.
Want er is een uitweg naar nieuw leven."

Zo gebeurde er een wonder:
het was een wonder dat het volk ooit vertrokken is
en het was een wonder dat het volk het haalde.
Maar ze wisten: op eigen kracht hadden we dat nooit gekund.

De dood trok aan hen voorbij.
Gods aanwezigheid gaf nieuwe levensadem,
opent toekomst, nog altijd.

Welkom (Odette) 

 Die avond in Egypte, die nacht anders dan alle andere.
Het is die nacht die Jezus en zijn leerlingen herdachten op het Laatste Avondmaal.

Nu, 20 eeuwen later, denken we nog altijd terug aan die momenten van bevrijding.
Bevrijding uit de slavernij in Egypte.
Bevrijding uit welke slavernij ook, misbruik van mensen, waar ook in de wereld.
De bevrijdende boodschap van Jezus.
Die bevrijding heet ‘dienstbaarheid’ en ‘leven delen’.

Welkom om deze avond van bevrijding samen met ons te vieren.
Bidden we nu ons openingsgebed:

God,
Jij die al wat is, geschapen hebt en leidt,
Jij die door ons genoemd mag worden: Vader, Moeder,
aan Jou dragen wij in eerbied dit samenzijn op.
We luisteren naar jouw woorden van bevrijding,
we gaan de weg van jouw Zoon
en we voelen ons verbonden met Jou en met elkaar.
Jij die voor ons bent: Vader, Zoon en heilige Geest. Amen.

Lied:  ♫ 49  Jij die bent

Jij die bent: 'Ik zal er zijn voor u',
Naam die zin is van ons leven,
wees nabij, word zichtbaar hier en nu.
Groei in ons, kom in ons tot leven.

Jij die zegt: "De minsten zijn mijn broeders",
die vanuit hun wereld tot ons spreekt,
die ons roept te zijn elkanders hoeder,
leer ons zien uw Licht dat openbreekt.

Jij die ziet hoe mensen doodgezwegen,
zonder waardigheid en zonder naam,
uitgesloten, altijd alles tegen,
Jij roept ons om aan hun kant te staan.

Jij, het Woord dat in ons waar moet worden,
wij, uw stem voor wie geen stem meer krijgt,
Jij die hoop zijt op een nieuwe morgen,
wij het beeld van U die Leven zijt.

Lezing 2: Johannes 13, 1-15

 Het was kort voor het pesachfeest.
Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader.
Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief,
en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan.
Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd.
De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden.
Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven,
dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, stond tijdens de maaltijd op.
Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om  en goot water in een waskom.
Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen
en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had.
Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’
Jezus antwoordde: ‘Wat ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’
‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult u niet wassen, nooit!’
Maar toen Jezus zei: ‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen,’
antwoordde hij: ‘Heer, dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd!’
Hierop zei Jezus: ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein.
Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal.’
Hij wist namelijk wie hem zou verraden, daarom zei hij dat ze niet allemaal rein waren.
Toen hij hun voeten gewassen had, deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats.
‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’ vroeg hij.
‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij, en terecht, want dat ben ik ook.
Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen.
Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.

Lezing 3:  1 Korintiërs 11, 23-26

 Wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug op de Heer zelf.
In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd
nam Hij brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei:
‘Dit is mijn lichaam voor jullie.
Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’
Zo nam Hij na de maaltijd ook de beker, en Hij zei:
‘Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.
Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te gedenken.’
Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat Hij komt.

Lied:  ♫ Gezegend de onzienlijke

Gezegend de onzienlijke
gezegend de verborgene
gezegend de levende
dag liefde die dorstig maakt
licht dat ziende maakt.

Gezegend mensen die goed zijn
de hand die niet slaat
de mond die niet verraadt
de vriend die zijn vriend
niet verloochent.

Gezegend zij de vrouw voor de man
en de man voor de vrouw
en oud voor jong
en sterk voor zwak.

Gezegend is de nieuwe mens
voorbij de dood,
die in ons spreekt,
die in ons zucht en kreunt,
die in ons leeft
Jezus Messias.

Die zich gegeven heeft,
zich nemen laat,
die wordt gebroken,
uitgedeeld van hand tot hand,
als brood gegeten.

Gezegend wie,
door angst gelouterd,
aan de dood voorbij,
leven in licht,
opnieuw geboren.

Gezegend de onzienlijke
gezegend de verborgene
gezegend de levende
dag liefde die dorstig maakt
licht dat ziende maakt.

Onze Vader

Vredewens

Jezus,
het geheim van uw leven hebt Gij ons in handen gegeven:
brood, breekbaar en heel gewoon,
brood dat de smaak heeft van nieuw leven
- nieuw leven waar geen dood meer is en alle tranen gewist zijn -
brood, dat ons tot vrede maakt voor elkaar.
Laat het breken en delen van dit brood
voor ons bron van vrede zijn. Amen.

Willen we die vrede ook met elkaar delen ...

Lied: 35  Hevenu shalom alechem

Hevenu shalom alechem

Ik wens je vrede van God

Lied:  ♫ 92  Heer van hierboven  (©  2011 Effatakoor met Guido)

Heiland hoelang bent U nu al met mij meegegaan
als met een kind dat altijd weer besluiteloos blijft staan.

Heer van hierboven, als ik misschien niet kan geloven zonder te zien,
geef mij dat ik Uw voetstap hoor, ...

Is het Uw tred, is het Uw Geest, die ik steeds herken,
telkens wanneer ik zonder een woord alleen met U ben.

Anders dan anders, eindeloos vrij, wonderlijk rustig wordt het in mij
als 'k weet dat ik U toebehoor, ...

Totdat Uw vrede zich in mij vervult, heb nog geduld, heb nog geduld.
Blijf naast mij voortgaan tot dat ik als een kind Uw hemel vind, Uw hemel vind.

Heer van hierboven, als ik misschien niet kan geloven zonder te zien,
geef mij dat ik Uw voetstap hoor, ...

Slotgebed

God, hoor het schreeuwen van uw kinderen,
op alle plaatsen op aarde
hoor en zie de kinderen van de rekening en kom ons bevrijden.

Hoor het schreeuwen van hen die snakken naar U, God
en wees onder de mensen:
met eerbied voor hen die lijden,
in hen zien wij een glimp van uw gelaat.

Hoor het bidden van ons, de mensen die wij zijn
met wat er is om te huilen en te lachen,
onderweg in ons leven,
zodat wij niet verdwazen en verdwalen.
Kom ons bevrijden.

Zo gaan wij de nacht in, God,
wetend dat het verhaal niet ten einde is,
want Hij zal zijn kruis moeten dragen.
Vele mensen dragen hun kruis …
met en voor hem willen wij waken en bidden.

Lezing 4:  Marcus 14, 32-34

Ze komen aan een landgoed dat Getsemane heet.
En hij zegt tegen zijn leerlingen: ‘Blijf hier zitten, ik ga bidden.’
En hij laat Petrus, Jakobus en Joannes met zich meegaan.
Toen overviel hem ontzetting en angst.
Hij zei: ‘Ik ben doodsbedroefd. Blijf hier en wees waakzaam.’

Lied: 40  Blijf nu hier

Blijf nu hier en waak hier met Mij,
waken en bidden, waken en bidden.