22 zondag door het jaar B  -  "Gods droom als ijksteen"  (28/08/2021)

Openingsgebed

God,
Jij, Bron van alle leven,
Jij, die als een Vader, als een Moeder
van ons houdt.
Wees er,
hier in ons midden
nu wij brood delen
en elkaar ontmoeten in Jouw Naam:
Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen.

Inleiding  (Frans)

Elke gemeenschap, heeft zijn eigen geschreven en ongeschreven verwachtingen en regels over wat wel en niet mag, wat wel en niet hoort. Denk maar aan de vele Corona-regels, het verkeersreglement, de sociale zekerheid, belastingwetgeving, enz.

Maar ook onze Kerk heeft veel regels en gebruiken.
Het huidige kerkelijk wetboek telt niet minder dan 1752 canones verdeeld over 7 boekdelen.
Er zijn ook regels over welke gebeden en teksten we wel en niet mogen of moeten gebruiken, wie wat mag doen, enz.

Het is niet altijd evident om door het bos de bomen nog te zien.
Met bepaalde regels hebben we het echt wel moeilijk.

Hoe moeten we daar als christen mee omgaan?
In het bijzonder met de regels van de Kerk.
Wanneer vinden we dat we - in eer en geweten - de regels mogen en/of moeten in vraag stellen en/of overtreden?

Hoe keek Jezus daar naartoe?
Vandaag horen we in dat verband een gekend verhaal: de farizeeën doen bij Jezus hun beklag dat zijn leerlingen de traditionele eetvoorschriften niet respecteren.

Luisteren we naar zijn reactie in het verhaal van Marcus …

Lezing:  Marcus 7, 1-8.14-15.21-23  (NBV)

Ook de farizeeën en enkele van de schriftgeleerden die uit Jeruzalem waren gekomen, hielden zich in zijn nabijheid op.
En toen ze zagen dat sommige leerlingen brood aten met onreine handen, dat wil zeggen, met ongewassen handen
(de farizeeën en alle andere Joden eten namelijk pas als ze hun handen gewassen hebben, omdat ze zich aan de traditie van hun voorouders houden, en als ze van de markt komen, eten ze pas als ze zich helemaal gewassen hebben, en er zijn nog allerlei andere tradities waaraan ze zich houden, zoals het schoonspoelen van bekers en kruiken en ketels),
toen vroegen de farizeeën en de schriftgeleerden hem: ‘Waarom houden uw leerlingen zich niet aan de tradities van onze voorouders en eten ze hun brood met onreine handen?’ Maar hij antwoordde: ‘Wat is de profetie van Jesaja toch toepasselijk op huichelaars als u! Er staat immers geschreven:

“Dit volk eert mij met de lippen,
maar hun hart is ver van mij;
tevergeefs vereren ze mij,
want ze onderwijzen hun eigen leer,
voorschriften van mensen.”

De geboden van God geeft u op, maar aan tradities van mensen houdt u vast.’

Nadat hij de menigte weer bij zich had geroepen, zei hij: ‘Luister allemaal naar mij en kom tot inzicht. Niets dat van buitenaf in de mens komt kan hem onrein maken, het zijn de dingen die uit de mens naar buiten komen die hem onrein maken.’

Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’

Deelmoment  (Frans)

De aanleiding tot het gesprek met de farizeeën is ook deze keer iets uit het gewone leven: handen wassen voor het eten. Maar het is duidelijk dat het voor de farizeeën om meer gaat. In hun ogen ging het over de manier waarop je een goede, gelovige jood was of niet was: rein of onrein, goed of slecht bezig. En dit omvatte voor hen ook het vasthouden aan de traditionele regels m.b.t. wat mag of niet mag.

Jezus geeft een duidelijk antwoord: jullie hebben het niet begrepen.
Voor God gaat het om het liefdevol met mekaar omgaan, iedereen naar waarde schatten, iedereen zijn of haar rechtmatige plaats geven.
Voor God is immers iedereen belangrijk.

Het strikt naleven van de regeltjes is niet waar het God om te doen is, wel om “wat van binnen komt”, de ingesteldheid waarmee je in het leven staat, door wat of door wie je je laat leiden om keuzes te maken.

Elke gemeenschap, klein of groot, maakt afspraken om het samenleven op een goede manier te laten verlopen. Daar is op zich niks mis mee.
Belangrijker is hoe we tot die afspraken, tot die regels komen, wat we ermee willen bereiken en hoe we die toepassen.

Voor Jezus is het duidelijk: regels kunnen nuttig zijn, maar ze zijn geen doel op zich, enkel een middel. Het gaat niet om macht, niet om het knechten en beperken van mensen. Integendeel! De ijksteen is God en zijn droom van Liefde, aandacht en respect voor elke mens.

Zoals Jezus het uitdrukte met een verwijzing naar een tekst uit de profeten:

“Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij;
tevergeefs vereren ze mij, want ze onderwijzen
hun eigen leer, voorschriften van mensen.”
De geboden van God geeft u op,
maar aan tradities van mensen houdt u vast.’

De woorden van Jezus in deze lezing zijn niet alleen voor de farizeeën van toen bedoeld. Hij spreekt ook ons aan. Hij roep ook ons op om vandaag, in 2021 de regels niet hoger te stellen dan het liefdesgebod van God.

Ook in onze maatschappij én in onze Kerk zijn er, als we eerlijk zijn, heel wat “voorschriften van mensen” die niet stroken met wat God beoogt: een gemeenschap waar iedereen meetelt, waar het voor iedereen goed is om te wonen, waar we zorgen voor mekaar. Niet alleen voor onze kleine kring, maar voor iedereen.

Zijn oproep beantwoorden is dikwijls niet de gemakkelijkste weg. We kunnen ons niet wegsteken achter "ja maar, dat is wel de wet die we moeten naleven" als iets duidelijk wringt of wanneer mensen onrechtvaardig, onrespectvol behandeld worden.

  • Mogen we dan bijvoorbeeld mensen die na het mislukken van hun huwelijk, naderhand opnieuw uit liefde gaan samenwonen, de communie wel ontzeggen?
  • Mogen we dan bijvoorbeeld blijven zwijgen over de ongelijke behandeling van vrouwen binnen de grote Kerkgemeenschap?

Laten we de komende week speciaal aandacht hebben voor hoe wijzelf daar mee omgaan, hoe wijzelf een nieuw begin kunnen maken om God en zijn liefdesvraag terug, of  nog meer, als ijkpunt voor ons handelen te nemen.

Zoals we zingen in het offerandelied “Uw Liefde wil geproefd, geleefd, erkend worden”

Onze Vader

Alle mensen hier aanwezig hebben een andere naam,
maar één naam hebben we gemeenschappelijk.
We zijn allemaal christenen,
die deel uitmaken van de grote familie van Jezus.
Laten we daarom tot Hem bidden,
met de woorden die Hij ons zelf gegeven heeft …

Onze Vader …

Vredeswens

Heer Jezus,
In jouw land van vrede telt niet de uiterlijke schijn.
Jij hebt oog voor de goede bedoelingen in elk mensenhart.
Leer ons die blikrichting te volgen
en ons hart te vullen met jouw vrede.

En die vrede van de Heer zij altijd met ons.

En wensen wij elkaar die vrede van ganser harte toe ...

Inleiding op   Communiegebed 219

Welkom rond de tafel, met brood dat ons verzadigt.
We zijn verbonden met allen die op dit moment rond Jezus’ testament samenkomen in breken en delen.

We zijn ook verbonden met allen die ons zijn voorgegaan in deze manier van leven …

Bezinning:  God ge'kerk'erd

God zegt:
Als een rat zit ik gevangen in veel kerken
als een Indiaan in een reservaat

slechts in kerken ben ik verkrijgbaar

één kerk beweert dat háár God de ware is
en dat ben ik dan

in veel kerken ben ik almachtig, eeuwig,
schepper van hemel en aarde,
toe maar

volgens veel kerken heb ik aan hen verteld wat mag en niet mag
zij straffen de ongehoorzame mens in mijn naam

alsof niet elke mens een eigen geweten heeft
alsof ik niet elke mens roep bij zijn/haar naam

alsof kerken op mij het alleenrecht hebben
een hot-line naar mij
alsof ik tot kerken duidelijker spreek
dan tot gewone mensen

veel kerken dwingen
ik niet
ik nodig uit

veel kerken straffen en stoten uit
ik niet
ik laat onkruid groeien tot aan de oogst,
geef altijd kansen

jammer van die kerken
want net als mensen
heb ik kerken nodig

kerken luisterend naar mijn verhaal
kerken als paden naar mij toe
mensen samen op weg
zoekend, tastend
elkaar tot steun en troost

ik loop met jullie mee
ik wacht jullie op
aan het eind van het pa

Paula Copray    

Voorbeden

We hoeven bij God niet aan te komen met mooie praatjes
als onze bedoelingen onzuiver zijn.
Daarom vragen wij aan God
of Hij onze harten wil zuiveren,
en of Hij onze beden wil verhoren …

Laten wij daarom bidden, danken en zingen …

Slotgebed

God,
Als Jezus die woorden van Jesaja ook tot ons zou spreken,
dan zou Hij op heel wat momenten gelijk hebben.
Want vaak eren wij Je wel met onze lippen,
maar is ons hart heel ver van Jou.
Vaak spreken we over jouw droom,
maar zijn het holle woorden
die geen invulling krijgen in ons dagelijks leven.
Blijf ons daarom uitdagen
om met heel ons hart voor Jou te kiezen.
En laat ons geloven
dat Jij alleen maar
het beste met ons voor hebt. Amen.

Zending

Het is niet voldoende God te eren met de lippen,
maar ook ons hart moet bij Hem zijn.
Het is niet voldoende Gods Woord te beluisteren,
we moeten het ook in daden omzetten.
Moge Hij ons daarbij steunen en zegenen

Zegen:  Lied 102  De Heer zegene u

De Heer zegene u. De Heer zegene u.
De Heer zegene u en Hij behoede u.
De Heer doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig. Amen.

De Heer verheffe zijn aangezicht over uw leven en geve u vrede. Amen.