7 zondag door het jaar A  -  'Relaties'  (18/02/2023)

Openingslied:  ♫  93  Vervul dit huis

Vervul dit huis met hart en geest
met aandacht voor de kleinen
dat al wie hier naar binnen gaat
hen noemen zal de zijnen.

Wees hier opnieuw verbeeldingskracht,
geef taal en toon aan dromen,
geef stem aan wat verborgen bleef,
laat hier jouw rijk maar komen.

Wees kracht en troost voor jong en oud,
dat niemand hoeft te vrezen
als hij zich inzet voor jouw rijk,
want dood heet daar 'verrezen'.

Ontwaak, ontspring, zoek kans in ons
tot in de diepst ontriefde,
vervul je grootste wens aan ons:
word onverdeelde liefde.

Inleiding:  (Jackie)

Veel mensen klagen erover dat er te veel wetten zijn om te onderhouden. Maar mocht men het welzijn van zijn medemens in alles voor ogen houden, dan hoefden al die wetten niet. Want uit respect voor de medemens zijn er heel wat dingen die men uit zichzelf al niet wil doen, of juist wel. Dit is wat Jezus ons vandaag wil vertellen.

Vandaag zetten we onze tocht verder in hoofdstuk 5 van Matteüs, de Bergrede. Vorige week hoorden we al uit die Bergrede dat we geen overspel mogen plegen, zelfs niet in gedachten, niet mogen doden; we kregen de regels voorgeschoteld inzake scheiden, … eerlijk, we waren wat overdonderd. Gelukkig heeft Luc dat vorige week heel goed kunnen duiden. Het zijn niet de regels op zich die belangrijk zijn wel onze ingesteldheid, geïnspireerd door Gods liefde.
In het evangelie van vandaag gaat het over ‘kwaad met kwaad vergelden’, ‘haat en liefde’.
Om wat Jezus ons vandaag zegt iets beter in zijn context te kunnen plaatsen is het belangrijk te beseffen hoe de toehoorders van Jezus stonden tegenover ‘vergeven’ en ‘wraak nemen’ …

Zij leefden volgens de Bijbel. Weet, in Genesis 4, van vers 17 tot 24’ staat het lied van Lamech, een van de achterkleinkinderen van Kaïn en Abel.
Lamech had 2 vrouwen Adah en Sillah. Dat lied klinkt als volgt:

‘Luister naar mij, Adah en Sillah
Let goed op wat ik zeg!
Wie mij verwondt, die dood ik;
Wie mij raakt, die sla ik neer!
Want Kaïn wordt zevenmaal gewroken,
Maar Lamech zevenenzeventig maal’.

Maar ook verder in die Bijbel, de profeet Elia die, in naam van God de 450 profeten van Baäl (afgod) liet afslachten. (1 Koningen 18, 19-40)
Dan was de wet van Mozes een grote stap vooruit. Die kreeg vorm tijdens de ballingschap in Babylonië en werd als volgt omschreven … “Leven voor leven, oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet, verbranding voor verbranding, kwetsuur voor kwetsuur, verwonding voor verwonding” (Exodus 21, 24-25).
Dit was in Jezus zijn tijd waar men voor stond, de wet van de vergelding. Maar de drang naar wraak werd ingeperkt. Je mocht je vijand, of wie jou iets misdeed, niet méér aandoen dan wat hij jou had aangedaan.

Maar Jezus gaat verder, Hij vraagt iets meer. Laat ons luisteren.

Lezing: Matteüs 5, 38–48  (NBV21)

Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.” Dit zeg Ik daarover: verzet je niet tegen wie kwaad doet, maar keer degene die je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe. Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af. En als iemand je dwingt één mijl met hem mee te gaan, loop er dan twee met hem op. Als iemand iets van je vraagt, geef het hem, en keer je niet af van wie geld van je wil lenen.
Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” Dit zeg Ik daarover: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen; alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft? Doen de tollenaars niet net zo? En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo? Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.

Homilie:  (Jackie)

Het is duidelijk dat Jezus wat gevoel voor humor had.
Wettelijk mocht een meester met de rug van zijn hand zijn knecht een tik op de wang geven. Een rechtshandige meester sloeg zijn knecht dus op de rechterwang. 'Bied hem ook de andere wang aan' zegt Jezus.
Dat bracht de meester in verlegenheid, want bood die slaaf inderdaad ook zijn linkerwang aan, dan zat de meester in de problemen, want op die manier een klap geven volgens de wet was een welhaast onmogelijke zaak.
Jezus legt hier eigenlijk de eerste steen voor een heel nieuw maatschappelijk model, wat je het Rijk Gods moogt noemen. Het zijn niet de wet en de regels die belangrijk zijn, wel de geest en de ingesteldheid. Regels zijn hulpmiddelen om van God te houden en van de medemens, en van de natuur, ja ook van onszelf.
Na Jezus een paar jaar gevolgd te hebben, vraagt Petrus aan Jezus of men moet vergeven tot zevenmaal toe. Jezus antwoordt: ‘Neen, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeven maal zeventigmaal” (Matteüs 18, 22). Daarmee bedoelt Hij dat er geen beperking van tel is in het vergeven. Jezus geeft hier duidelijk repliek op de zevenmaal zeven maal wraak van Lamech: de oude maat van de wraak wordt de nieuwe maat van vergeving.

Nu, we weten, dat het eeuwen zal duren vooraleer zelfs christenen daar volledig van doordringen zijn, alhoewel, diezelfde geschiedenis van 2.000 jaar christendom toont ons, helaas, ook veel moorden uitgevoerd in naam van God. Het leert ons dat de haat het gemoed van mensen, ook christenen, blijft overwoekeren, en dat niet altijd en overal het evangelie is binnengedrongen in het hart van mensen.

De vraag is ‘wat hebben wij daar nu aan, wij die hier samen zitten en luisteren naar dat woord? Zijn wij doordrongen?’
Jezus vraagt ons om kwaad met goed en haat met liefde te vergelden, want, en dat weten we, kwaad met kwaad beantwoorden leidt enkel naar nog meer kwaad, tot meer agressiviteit. Dat terwijl liefde, hoe kwetsbaar ook, de enige kracht is die het kwaad kan overwinnen. Dus geweldloosheid is echt niet naïef of wereldvreemd, het is wel tegendraads, maar uiteindelijk zeer vruchtbaar.
Kunnen wij, in het kleine en het grote, hierop een antwoord geven door de manier waarop wij onze relaties met elkaar en met God vorm geven.
Ik geef een voorbeeld van het kleine. We kennen allemaal wel situaties waarin we redeneren als ‘Frans en Carine hebben mij geen verjaardag gewenst, ze zullen van mij in de toekomst ook geen verjaardagskaartje  meer krijgen’.
‘Het is nu al de 3de keer dat ik geen ‘goedendag’ terug krijg, de volgende keer loop ik ze ook straal voorbij’ …
Nog in het kleine, toevallig deze week werden wij, Carmen en ik, geconfronteerd met een mailbericht van iemand die samen met ons en anderen in een gesloten Whatsapp groep zitten rond een eerder zakelijk project. De man had ons er zo maar uit gegooid. Menselijk, onze eerste reactie:  ‘watblief, we zullen hem eens een mail sturen om ons gedacht te zeggen, en juist hij die al zoveel van ons heeft gekregen, als hij wat vraagt staan we altijd klaar' ...
Dat kom je dan tegen juist op het moment dat je een duiding op het evangelie aan het voorbereiden zijt … Oei. Goe bezig?
Dus, het evangelie indachtig , maar ook mooie hedendaagse literatuur die hier op inspeelt, onder ander van onze bisschop Lode. De beste stappen: ‘Als u onrecht is aangedaan, of als je vindt dat jou onrecht is aangedaan ... Doe dan het volgende: Luister, onderscheid, neem een besluit, handel  ernaar’.
Hebben we dus gedaan. Carmen is even met hem gaan praten en vooral gaan luisteren. Er was een uitleg (ik ga niet in detail) en inzicht, ‘ik had dat beter niet gedaan’, en wij terug in de Whatsapp groep.
Wat te denken van het grote in onze wereldwijde omgeving. Oorlog in Oekraïne. Wat denken wij dat best is: ‘geweld tegenover geweld’  of ‘de andere wang aanbieden’?
Er stond gisteren, vrijdag, een goed artikel in de Standaard getiteld ‘Je kunt een volk met wapens breken, en met woorden’. Een artikel als reactie op een Duits ‘manifest für Friede’ tegen wapenleveringen en voor een compromis. Maar anderzijds toont het artikel heel veel  begrip voor een volk dat hierop met ongeloof, verbijstering, woede en tranen reageert. Terwijl Oekraïense steden vanuit het oosten worden gebombardeerd, Rusland Oekraïne zowel territoriaal als cultureel wil inpalmen, wordt vanuit het westen het moreel van de bevolking met goedbedoeld pacifisme ondermijnd.
Aan de eerste voorwaarde ‘luisteren naar elkaar’ kan niet voldaan worden omdat dit geen ‘bilateraal’ conflict is maar een imperiale invasie, als kolonisten zowel het territorium als de cultuur aanvallen.
Ik wil wel meedenken met de pacifisten en de manier waarop de paus hierop reageerde, maar ik begrijp dat een compromis waarbij men zich overgeeft aan de bezetter ook geen oplossing is. Met bruut geweld kun je niet discuteren, met verkrachters en moordenaars wil je niet onderhandelen. Is hier dan geen andere oplossing dan tegen oorlog met oorlog ageren?
Moeilijk hé! Maar we gaan door in het kleine, het midden-grote en het grote.
Als we nu eens zouden beginnen met het kleine en starten met niet toe te geven aan de vanzelfsprekendheid van het wij-zij-denken, van de progressieven tegenover de conservatieven. Kunnen we samen een weg vinden door met elkaar te praten via een synodale weg, dan zal er misschien ooit een wereld bestaan …. Ik citeer om te besluiten Oosterhuis:
Ik zal in mijn huis niet wonen, ik zal op mijn bed niet slapen,

ik zal mijn ogen niet dicht doen, ik zal niet rusten, geen ogenblik,

voordat ik heb gevonden: een plek waar Gij wonen kunt.

Laat ons in liefde samen de tafel dekken.

Offerandelied:  ♫  108  Brood op tafel

Brood op tafel, een hand gevuld,
met wat in het leven geen uitstel duldt.
Eten en drinken, iedere dag,
gewoon wat een mens niet ontbreken mag.

Beker met wijn, een vreugdedrank
voor armen en kleinen, voor zwart en blank.
Broederschap drinken met iedereen
want wie houdt het uit moederziel alleen?

Woorden horen, een man die sprak
en zich in zijn leven tot voedsel brak.
Kom om te eten drink van de wijn,
laat dit een bewijs van mijn liefde zijn.

Tafelgebed:

We gaan aan tafel en gedenken Jezus van Nazareth.
De man die mens en samenleving confronteert met zichzelf, de waarheid over ons bestaan aan het licht brengt.
Die mensen aanraakt met een buitengewone aandacht en liefde, en daardoor de bron van goed doen in elke mens vrijmaakt.

Hier staat de tafel van mensen die hun eigen zoeken naar geluk laten doorkruisen door het gelaat van de vreemde, kwetsbare en gekwetste ander.
Een tafel waaraan we allen genodigd zijn,    waar elkeen gehoord en gezien mag worden, waar elkeen tot haar en zijn recht mag komen.

Rond deze tafel voeden we onze honger naar vrede, onze dorst naar liefde.

Zo gedenken we het laatste avondmaal van Jezus.

Tafelgebed:  ♫  200  Die  onze God wil zijn

Onze Vader

God, Vader van ons allen, niemand uitgezonderd,
geef ons moed en kracht
om met vriend en vijand
het gebed te bidden dat Jezus ons leerde.

Onze Vader …

Vredeswens

Barmhartige Vader,
laat ons Jouw woorden waarmaken in ons leven,
door aandacht te hebben voor de noden
van onze medemensen.
Laat onze voorkeur uitgaan naar hen

die onze liefde het meest nodig hebben.

Laat onze zorg uitgaan naar hen die lijden,
en naar hen aan wie onrecht wordt aangedaan.

Geef ons, Heer, een hart van warme menselijkheid.
Zo zal Jouw vrede zichtbaar worden.

En die vrede zij altijd met ons.

En geven we die vrede ook door aan elkaar.

Lied:  ♫  98  Dona la pace Signore

Dona la pace Signore a chi confida in te.
Dona, dona la pace Signore, dona la pace.

Broodbreking:

Het visioen dat er meer dan genoeg is voor iedereen als wij breken en delen – dát is het hart van onze viering.
Dus laten we ons leven, onze aandacht, onze liefde, delen met elkaar en dát doen wat gemeenschappen al eeuwen doen: elkaar ondersteunen, bemoedigen en inspireren.
Laten we samen de hoop op een nieuwe wereld levend houden.
Laten we vieren dat we van ieder moment een nieuw begin kunnen maken.
Laten wij dat nieuwe begin voor elkaar betekenen, brood zijn voor elkaar.

Het brood staat voor ons klaar.
Als wij eten van dit brood, het breken, en delen met elkander …

♫ 17   Dan zal er vreugde zijn op aarde …

Als brood gebroken wordt, zei Jezus
dan wordt liefde uitgedeeld,
dan worden mensen gered en bewaard.

Deel dan dit brood met elkaar; volg na wat je in handen neemt en tracht voor alle mensen zo goed als God te zijn.

Kom maar, de tafel staat klaar …

Communielied:  ♫  68 Ik zal niet rusten

Ik zal in mijn huis niet wonen
ik zal in mijn bed niet slapen
ik zal mijn ogen niet dicht doen
ik zal niet rusten, geen ogenblik,
voordat ik heb gevonden:
een plek waar Hij wonen kan,
een plaats om te rusten voor Hem
die God is, de enige ware.

Ik zal in mijn huis niet wonen
ik zal mijn ogen niet dichtdoen
ik zal niet rusten, geen ogenblik,
ik mag versmachtten van dorst,
tot ik gevonden heb:
een plek waar de doden leven,
een plaats waar recht wordt gedaan
aan de verworpenen der aarde.

Bezinning:

Toen rabbi Mosje gestorven was, zei hij bij zichzelf:
‘Nu moet ik geen geboden meer onderhouden. Wat kan ik nu doen om de wil van God te volbrengen?’
Hij dacht: ‘Misschien wil God dat ik gestraft wordt voor mijn ontelbare zonden.’
Dadelijk begon de rabbi uit alle kracht te rennen en sprong de hel in. Daarover was men in de hemel erg ongerust.
Spoedig kreeg de duivel het bevel: ‘Zolang rabbi Mosje bij jou is, mag je geen vuur stoken.’
Toen ging de duivel naar de rabbi:
‘Wil je alsjeblief naar de hemel gaan, want dit is hier uw plaats niet. Het kan toch niet dat ik hier geen vuur kan stoken omdat jij hier bent.’
‘Als dat zo zit,’ zei de rabbi, ‘dan verroer ik geen stap, tot alle zielen mee mogen, die hier zijn.’

(Naar een Chassidisch verhaal)

God, Je ziet allen even graag gisteren, morgen en vandaag.

Of je bruin bent, zwart als git, of je geel bent, ofwel wit.

Of je recht loopt of wat krom of je slim bent ofwel dom.

Of je grof bent of eerder fijn of je groot bent ofwel klein.

Of je 't koud hebt of te warm of je rijk bent ofwel arm.

Of je rap bent of wat traag, God, je ziet allen even graag.

Slotgebed:

God,
moge Jouw zon blijven opgaan over de goeden onder ons, opdat zij volharden.
En moge Jouw zon ook blijven opgaan over de kwaden, opdat zij zien hoe zij het beter kunnen doen.
Maar vooral, verwijder het kwaad uit ons hart en bevestig het goede in ons,
zodat het mag groeien en bloeien tot geluk en vreugde van onze medemensen.
Amen.