6 zondag door het jaar A  (11/02/2023)

Inleiding:  Er is geen uitgeschreven tekst beschikbaar

Lezing: Matteüs 5, 17–37  (NBV21)

Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. Wie dus ook maar het minste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de minste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. Want Ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.
Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” Dit zeg Ik daarover: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie hen voor nietsnut uitmaakt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster jou iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. Ik verzeker je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt.
Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” Dit zeg Ik daarover: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. Als je rechteroog je ten val brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt. En als je rechterhand je ten val brengt, hak hem dan af en werp hem weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat je met je hele lichaam naar de Gehenna gaat.
Er werd gezegd: “Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief meegeven.” Dit zeg Ik daarover: ieder die zijn vrouw verstoot om een andere reden dan ontucht, drijft haar tot overspel; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel.
Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: “Leg geen valse eed af en houd je aan de eden die je voor de Heer gezworen hebt.” Dit zeg Ik daarover: zweer helemaal niet, noch bij de hemel, want dat is de troon van God, noch bij de aarde, want dat is zijn voetenbank, noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote koning; zweer evenmin bij je eigen hoofd, want je kunt nog niet één van je haren wit of zwart maken. Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad.

Homilie:  Er is geen uitgeschreven tekst beschikbaar

Bezinning

Jezus is geen slaaf van de wet.
Hij wil mensen de ruimte ervan laten zien.
Het gaat Hem niet om de letter,
maar om de geest.
Hij daagt mensen uit tot respect en eerbied voor God, voor mens en wereld.
Liefde is daarbij het enige richtsnoer.

Waar liefde in het spel is,
daar verdwijnen knellende banden.
Er ontstaat ruimte om te groeien,
om mens te worden, volop.
De wet is dan geen meetlat,
waarmee goed en kwaad worden afgemeten,
maar een bron van inspiratie
om te werken aan goede verhoudingen.

Jezus is geen slaaf van de wet.
Als geen ander wijst Hij mensen richting.
Op grond van de wet ontplooit Hij een creativiteit die kiest voor het leven.
Hij bevestigt mensen in hun streven
naar goedheid en liefde.

Tegelijk houdt Hij een ideaal voor:
liefde en bevrijding blijven vragen om inzet, om fantasie en doorzettingsvermogen.
Alleen daardoor kan de wet worden vervuld.