3 zondag door het jaar A  'Openstaan voor het Woord'  (21/01/2023)

Openingslied:  ♫  62  Om te leven

Om te leven met zovelen
mens voor mens en land voor land,
is Uw woord aan ons gegeven
en Uw Geest weeft het verband.
Leer ons uit onszelf te treden,
haal ons uit die eenmanstent,
om te gaan met vaste schreden
naar wie nog geen leven kent.

Dat wij niet verloren raken
in de binnenlandse strijd,
opgetast met eigen zaken,
voor zoveel zo weinig tijd.
Dat wij niet onszelf begraven,
niet vergaan in eigenbaat,
maar verrijzen bij het leven,
tot vernieuwing weer in staat.

Gij die weigert aan te nemen
dat Uw liefde zal vergaan,
Gij die leeft van hoop op mensen,
dat zij ooit elkaar verstaan:
blijf hier leven in ons midden,
stuw ons naar elkander toe;
blijf in armen om ons bidden
en wordt Uw gebed niet moe.

Inleiding:  (Frans)

Matteüs citeert vandaag in zijn evangelie een tekst van Jesaja over het gebied van Zebulon en Naftali.
Twee stammen van Israël die rondom het meer van Galilea leefden.

Dat zegt de meesten van ons niks, maar voor degenen voor wie Matteüs schreef was dat betekenisvol.
Ze dreven veel handel met niet-joden. Ze nemen een deel van hun gebruiken over. Ze werden op gelovig vlak wat halfslachtig: ze waren formeel wel in orde, maar kozen niet echt, ten volle voor de God van het Verbond. De streek werd daarom wel eens spottend het “Galilea van de heidenen” genoemd. Niet echt de plaats waar je als rechtgeaarde jood zou aanprijzen.

En juist daar zal Jezus zijn prediking beginnen én zijn eerste leerlingen kiezen!

Hoe kan dit verhaal ons helpen om ons dichter bij God en bij elkaar te brengen?

Luisteren we naar het verhaal van Matteüs.

Lezing: Matteüs 4, 12–23  (NBV21)

Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangengenomen was, week Hij uit naar Galilea. Hij keerde niet terug naar Nazaret, maar ging in Kafarnaüm wonen, aan het meer, in het gebied van Zebulon en Naftali. Zo moest in vervulling gaan wat gezegd is door de profeet Jesaja:
‘Land van Zebulon en Naftali,
gebied aan het meer en aan de overkant van de Jordaan,
Galilea van de heidenen, luister:
Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht,
en zij die woonden in de schaduw van de dood
werden door het licht beschenen.’
Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei Hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’
Toen Hij langs het meer liep, zag Hij twee broers, Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas. Ze wierpen hun net uit in het meer, het waren vissers. Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg Mij, Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ Ze lieten meteen hun netten achter en volgden Hem. Even verderop zag Hij twee andere broers, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes. Ze waren met hun vader in hun boot bezig met het herstellen van de netten. Hij riep hen en meteen lieten ze de boot en hun vader Zebedeüs achter en volgden Hem.
Hij trok rond in heel Galilea; Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. 

Deelmoment:  (Frans)

Het begin van de lezing intrigeerde mij: na de gevangenneming van Johannes keert Jezus niet terug naar huis, maar wijkt hij uit naar Galilea,
naar een streek waarover Jesaja een profetie uitsprak.
Wat wil Matteüs ons daarmee duidelijk maken?

Vond Jezus het voor hemzelf veiliger om naar een gebied te gaan waar de machthebbers in Jeruzalem op neerkeken, weinig belang aan hechtten? ... Misschien.

Of was het eerder het verlangen om duidelijk te maken dat God contact blijft zoeken met elke mens, ook met degenen die wat naast de lijnen kleuren of door de maatschappij, door de leiders niet als vol worden aanzien?
Ook voor hen wil Jezus – zoals Jesaja schreef - een Licht zijn om hen (opnieuw) dichter bij God, Ik-zal-er zijn, te brengen. Vandaar zijn oproep:
“Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!”
Maar wat hebben wij, meer dan 2000 jaar later, te maken met de profetie van Jesaja? Wij wonen toch niet het land van Zebulon en Naftali?

Neen, maar in onze snel geseculariseerde maatschappij worden ook wij verleid door de moderne goden van onze maatschappij die op allerlei manieren het zorgen voor het eigen belang promoten.
Door de maatschappelijke evoluties komen ook wij onder druk om God en Zijn droom voor de wereld niet langer als dé toetssteen van ons denken en doen te nemen.

Jezus roept ook ons op om tot inkeer te komen en mee te werken aan de uitbouw van het koninkrijk van de hemel, hier en nu.

Het thema 2023 van de Week van Gebed voor eenheid van christenen (elk jaar van 18 tot 25 januari), sluit daar goed bij aan: “Doe goed, spreek recht”, met bijzondere aandacht voor de verdeeldheid die veroorzaakt wordt door het onrecht van ongelijkheid en racisme. De Bijbeltekst die centraal staat is Jesaja 1 vers 17. De Bijbel in gewone taal vertaalt dit vers als:

Leer hoe je goed moet doen, en zorg dat er eerlijk rechtgesproken wordt. Geef slechte leiders geen kans. Help weduwen, en bescherm kinderen zonder vader.

Als we Jezus’ voorbeeld volgen, is het belangrijk om onze relatie met God te verzorgen, om regelmatig met hem te praten, te overleggen.
Te bidden dus. Dat vraagt inspanning, zoals bij elke relatie.
Maar het kan ons helpen om goede keuzes te maken en om die keuzes ook trouw te blijven.

Het kan ons helpen om open te staan voor andere mensen, ook als die anders- of niet gelovig zijn, ook als die niet onmiddellijk tot onze eigen groep behoren of wij het niet eens zijn met hun gedachtengoed.

Jezus roept ons op om ons niet op te sluiten in de eigen groep van gelovigen, maar om openheid te betonen naar anderen. Om bruggenbouwers te zijn. Zelf een eerste stap te zetten. Te luisteren, echt luisteren zonder te (ver)oordelen, maar om te begrijpen wat hem of haar bezig houdt, bezield en drijft.

Geen gemakkelijke opdracht, want het is tegenstroom roeien en dat wordt dikwijls niet in dank afgenomen.

Maar zoals Jezus zijn eerste leerlingen riep, zo roept hij ook elk van ons. Hoopt hij dat wij ons ten volle zullen inzetten voor Gods droom.

Misschien kunnen we deze week eens bij onszelf  nagaan

  • Hoe wij via gebed aan onze relatie met God werken;
  • Hoe open wij écht zijn tegenover mensen die anders denken;
  • Welke kleine stappen wij zelf kunnen zetten om meer openheid te betonen naar mensen die op een andere manier dan wij in het leven staan.

Laten we nu de tafel klaarzetten.

Offerandelied:  ♫  59  Geproefd, geleefd, herkend

Tafelgebed:  212  Wij danken U, God

Bezinning:

Als ik kiezen moet   (Bénédicte Lemmelijn)

Lieve God,
U kent me beter
dan ik mezelf ken,
U weet beter
welke weg ik gaan moet.
Leid me dan,
toon die weg,
licht mijn pad,
wijs de richting.

Als ik kiezen moet
wat te doen
of niet te doen,
kiezen moet
tussen het ene
dat goed is voor de enen
en het andere
dat goed is voor de anderen,
toon me dan
welk pad te gaan.
Neem mijn kleine hand
in de uwe en leid me.

Ik vertrouw het U toe,
in algehele overgave.
En wat het ook wordt,
kom en leef in mij.