2 zondag van de advent A -  'Verbind je met elkaar'  (03/12/2022)

In de Parel is er enkel gedempt licht.

Er klinkt een ringtoon van een telefoon ...

Verwelkoming en inleiding

Hartelijk welkom allemaal,
Wat we daar net hoorden is een soort wake-up call, een wekroep, alarmbel. Doet er niet toe hoe je het noemt, het is in ieder geval een duidelijke oproep om ons in deze adventstijd in te zetten voor gerechtigheid.
Pas op! We trekken niet ten strijde tegen digitalisering, maar we waken er over dat er niemand achterblijft.
En we willen dat gedurende deze adventsweken doen met de rode draad van verbondenheid.
We zien immers dat de digitale wereld voor veel mensen een doolhof is (soms ook voor onszelf), maar wij laten niemand los. We spannen draden, we trekken sporen zodat er niemand verloren hoeft te lopen en we steeds verbonden zullen blijven met elkaar, in verbondenheid met Christus en Gods droom voor een betere wereld, het rijk Gods.

Na vorige week ‘verbind je met het licht’  loopt onze rode draad vandaag op de tweede adventszondag door in ‘Verbind je met elkaar’.

Mag ik één van de jongeren uitnodigen om de tweede kaars op de adventskrans aan te steken.

Intussen:  ♫ 95  In onze donkere nacht  (3x)

In onze donk're nacht
ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft,
vuur dat nooit meer dooft

 Mag ik nu de andere jongeren uitnodigen om ook de paaskaars en de andere kaarsen aan te steken.

DAARNA STEEKT IEMAND DE LICHTEN AAN IN DE PAREL.

Openingsgebed  (Welzijnszorg)

God van licht en van liefde,
wij kijken uit naar Kerstmis,
naar de geboorte van Jezus,
Immanuël, God-met-ons.
Vandaag keren wij ons
naar het licht van de twee kaarsen
en vragen Je:
help ons
om in de doolhof van het leven
een licht te zijn voor anderen,
vandaag, morgen en altijd,
gesterkt door dit samenzijn in Jouw Naam:
Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen.

Inleiding:  (Jackie)

Zoals vorige week bij de eerste zondag van de advent, al door Mia werd aangegeven hebben we voor deze adventstijd gekozen voor de teksten van de eerste lezing van de voorgestelde zondagsliturgie. Dit zijn teksten uit het boek van de profeet Jesaja. Geschreven in het jaar rond 700 voor Christus, bijna 3000 jaar geleden ...
Wonderlijk mooie teksten, gedichten.
Jesaja vertelt ons vandaag over een verwachte koning, een koning bekleed met Gods geest, een koning die opkomt voor armen en misdeelden, een wijze koning met inzicht. Een koning met een geest van liefde.
Het beleid van die koning wordt gekenmerkt door rechtvaardigheid. Op de eerste plaats verwacht men dat die koning de zwaksten zal beschermen.
Jesaja brengt ons dan een idyllische beschrijving van de paradijselijke vrede die onder het beleid van die koning zal heersen, vrede tussen dier en mens, vrede tussen de mensen onderling, gedreven door de liefde van God.

Laat ons luisteren.

Lezing: Jesaja 11, 1–10  (NBV21)

Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op,
een scheut van zijn wortels komt tot bloei.
De geest van de HEER zal op hem rusten:
een geest van wijsheid en inzicht,
een geest van kracht en verstandig beleid,
een geest van kennis en ontzag voor de HEER.
Hij ademt ontzag voor de HEER;
zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn,
noch grondt hij zijn vonnis op geruchten.
Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel,
de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis.
Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond,
met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen.
Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen
en trouw als een gordel om zijn heupen.
Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam,
een panter vlijt zich bij een bokje neer;
kalf en leeuw zullen samen weiden
en een kleine jongen zal ze hoeden.
Een koe en een berin grazen samen,
hun jongen liggen bijeen;
een leeuw eet stro, net als een rund.
Bij het hol van een adder speelt een zuigeling,
een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.
Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil
op heel mijn heilige berg.
Want kennis van de HEER vervult de aarde,
zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Op die dag zal de telg van Isaï
als een vaandel voor alle volken staan.
Dan zullen de volken hem zoeken
en zijn woonplaats zal schitterend zijn.

Homilie:  (Jackie)

Wat wij daarnet zo mooi hoorden van Jesaja deed me denken aan het verhaal van Franciscus en de wolf.
(kinderen mogen dichter komen)
Mag ik dit kort voor jullie vertellen.

Weet je, het verhaal gaat dat Franciscus kon praten met de dieren.
Op een dag gaat Franciscus naar Gubbio, een kleine stad in Umbrië, Italië, de stad bestaat nog, heeft ongeveer 17.000 inwoners. Franciscus heeft gehoord dat de inwoners daar heel ongelukkig zijn. Ze zijn ook heel bang want er zwerft rond het dorp een boze wolf rond. Hij doodt lammekes, kippen, ja zelfs kleine baby’s heeft hij al gedood.
Aangekomen in Gubbio trekt Franciscus ongewapend het woud in op zoek naar de wolf. En, wat denk je, hij komt oog in oog te staan voor de wolf. De wolf komt dreigend naar Franciscus toe met wijd gespreide bek vol scherpe tanden, klaar om aan te vallen.
Maar Franciscus maakt onmiddellijk, maar heel rustig, een kruisteken over de wolf en zegt: "Kom hier, broeder Wolf. Ik beveel je in naam van Jezus Christus dat je mij of niemand schade berokkent."
De wolf verschiet hem een ongeluk en in plaats dat zijn bek verder open valt, doet hij hem terug toe.
Franciscus zegt nu tegen de wolf: “Waarom doe je dat, je doodt kleine dieren en baby’s, de mensen zijn bang voor jou, ze zijn kwaad, ze klagen, ze willen je dood ...”
“Ja”, zegt de wolf, “maar ik heb honger, ik moet toch ook eten.”
“Ja, ik begrijp dat”, zegt Franciscus, “jij valt dus dieren en mensen aan omdat je honger hebt. Maar laten we een afspraak maken. Als de mensen jou nu te eten zouden geven, beloof je dan dat je hen niet meer zal aanvallen? Ik beloof je dat je regelmatig voedsel zal krijgen van de mensen van deze stad, zodat je niet langer honger zult lijden. Maar ik wil dan wel, broeder Wolf, dat je belooft dat je nooit nog een mens of dier zult pijn doen."
En de wolf dacht na, tilde zijn rechterpoot op en legde die in de hand van Franciscus als teken van vriendschap en akkoord. En zo werd de wolf langzaam een vriend voor de mensen en voor hun kinderen.
Zo, daar staan we nu. Maar … geloof je het verhaal van Franciscus? Geloof je in de droom van Jesaja?

Wel, laat ons nu eens terug keren naar de dag van vandaag. Ik las heel toevallig, maar echt waar, vorige week een mooi opiniestuk in toch wel een ‘serieuze’ krant, de Standaard, met als titel: ‘Er gebeuren wonderlijke dingen als je met elkaar praat’, (herhalen!) Het was geschreven door een filosofe en auteur, Griet Vandermassen.
Haar verhaal was gebaseerd op de vaststelling dat wij in onze moderne leefwereld met heel wat sociale media zo zelden direct contact hebben, zeker met mensen die onze mening niet direct delen. Zonder dat persoonlijk gesprek kunnen we ongeremd toegeven aan onze ingebakken neiging tot wat zij noemt ‘asymmetrisch redeneren’: lui voor onszelf, streng voor de tegenpartij. Zo geraken we meer en meer gesterkt in ons eigen gelijk. Mijn filosofe Griet spreekt dan van de 'filosofie van de ontmoeting’ die in onze tijd dreigt steeds maar moeilijker te worden. De ‘filosofie van de ontmoeting’ vraagt immers dat we bereid zouden zijn alle luie oordelen over elkaar op te schorten en echt naar elkaar te luisteren. Als dat lukt kunnen er wonderlijke dingen gebeuren.

En dan vertelt ze haar verhaal, ik lees het u voor:
de gedachte van de ‘filosofie van de ontmoeting’ leidde bij mij tot een bijzonder fijne, indringende ontmoeting met een transgender persoon die zich in een opiniestuk, ook in de Standaard, als een heel scherpe critica had geuit tegen mij omwille van mijn christen zijn en mijn ideeën.
Selm Merel Wenselaers was haar naam en in haar mail, waarin ze het scherpe van haar reactie kaderde, sprak veel kwetsbaarheid. Plots moest ik schakelen in mijn hoofd: het beeld dat ik van haar had geconstrueerd bleek een absolute karikatuur. Het was confronterend om te merken hoe snel mijn zogenaamde weldenkende ik was overgegaan tot morele oordeelsvorming. En, pas op, bij Selm was dit niet anders. Ook zij had een beeld dat niet strookte met de persoon die ze leerde kennen tijdens onze lunch samen, bij mij thuis. Bijna 5 uur hebben Selm en ik gepraat. We luisterden naar elkaars ervaringen, motivaties, emoties en angsten. We wilden niet overtuigen, wel begrijpen. Zelden heb ik zo een oprechte sfeer van openheid meegemaakt, vrij van pogingen om de ander in het defensief te dringen. We waren vrij van lui denken.
We namen na 5 uur afscheid met een knuffel en de belofte ons in elkaars bronmateriaal te verdiepen. Zo leerde ik de angst van Selm begrijpen voor de groeiende macht van ultra conservatieve christenen, die zich internationaal organiseren, banden smeden met extreem rechts en macht verwerven met veel geld. Hun ijveren voor een Europa zonder lgbti-rechten, zonder recht op abortus, echtscheiding of anticonceptie deed mij ook huiveren. Ik snapte nu nog beter waarom Selm zo heftig reageerde om mijn kritische bedenkingen op transpersonen. Tot daar het verhaal van Griet de filosofe.

Ikzelf begreep meteen, na het lezen van het opiniestuk van Griet dat er wonderlijke dingen kunnen gebeuren als je verbinding zoekt met elkaar en als je met elkaar praat. Het is alsof je kunt toveren.

(gezongen):

Als ik kon toveren kwam alles voor elkaar
Als ik kon toveren was niemand de sigaar
Als ik kon toveren, kon toveren, kon toveren
kon toveren, dan hielden alle mensen van elkaar

Probleem! Ik kan niet toveren, jullie ook niet? Maar toch, ik denk dat dit geen probleem is. Als we ons laten inspireren door de droom van Jesaja en het verhaal van Franciscus en de getuigenis van Griet, dan gebeuren er wonderlijke dingen. Zou het de Geest zijn?

Bezinning

Gedicht van een kind.

Soms droom ik van de wereld
zoals die was in het begin
een grote tuin vol bloemen
Gods boom daar middenin.
En in die tuin geen ruzie
geen tranen en geen pijn
geen oorlog, geen geweren meer
Er zou altijd vrede zijn
Een kind speelt met een adder
en het dier doet hem geen kwaad
De leeuw eet gras zoals de koe
die rustig naast hem staat
Nu lijkt het iets voor dwazen:
woorden en wat mooie dromen
voor wie het wonder nog gelooft
maar echt, de tijd zal komen
Dat is beloofd!
Als ik met mijn broertje
vecht dan is dat oorlog in het klein
Ik dacht:
Zouden we toch niet beter vrienden zijn?