2 paaszondag A  -  'Herdenking overledenen'  (15/04/2023)

Openingsgebed

God, Jij, Bron van alle leven,
Jij, die als een Vader, als een Moeder van ons houdt,
wees er, hier in ons midden,
nu wij brood delen en elkaar ontmoeten in Jouw Naam:
Vader, Zoon en heilige Geest. Amen.

Lied:  ♫  60 De steppe zal bloeien

Hommage aan Huub Oosterhuis + Inleiding  (Mia)

Vorig weekend, op Paaszondag, is Huub Oosterhuis overleden. Hij was bijna 90.
Niet alleen zijn vele liederen die we in onze Effatagemeenschap zingen,  geschreven door Oosterhuis, ook de taal die we gebruiken in ons bidden is door hem gekleurd. Hij slaagde erin om, ook al zijn veel van zijn liederen heel bijbels geïnspireerd, het geloofsverstaan van mensen vandaag, uit te drukken in een heel eigentijdse, poëtische taal.
Lied aan het Licht, Groter dan ons hart, Klein Kerstoratorium, De Steppe zal bloeien, Dan zal ik leven, … echte pareltjes die deel uitmaken van het vaste repertorium van Dominicus Gent, De Lier Brugge, de universitaire parochie Leuven, onze Effatagemeenschap en nog veel meer christelijke gemeenschappen.
Voor deze gemeenschappen is hij een “geestelijke vader”.
Daaromtrent haal ik een citaat van hem aan: “Er heeft zich de laatste 50 jaar wel degelijk iets nieuws ontwikkeld: nieuwe vormen en toonaarden van liturgie, gemeenschappen die zich vrij en onafhankelijk opstellen, de leerhuisbeweging waar de kernwoorden van het Bijbelse verhaal werden geleerd en waar de naam van de Bijbelse God werd ingeprent: “Ik zal er zijn”, “Ik zal jullie wegleiden uit het slavenhuis van Egypte, d.w.z. uit ieder denkbaar slavenhuis waaronder wij in onze tijd met name het neoliberale economisch systeem dienen te verstaan.”

Wat zo razend knap is aan zijn teksten is de verbinding van lagen.
Van een heel intieme persoonlijke beleving van het heilige, tot een profetisch en sociaal betrokken geloof;
van teder tot woedend; diep traditioneel en helemaal van nu.
Hij was een monumentale man. We zingen hem ter ere, ook vandaag in deze viering.

En nu naar het thema van DEZE Viering ... 

Na Golgotha en de perikelen rond het lege graf, waren de leerlingen samen, eigenlijk nog altijd als bange mensen voor eventuele represailles van de Romeinen of de Joodse leiders. Er is niets te ervaren van euforisch geloof in de verrijzenis.
En dan is daar plots Jezus: Geen verwijten in de trant van “kleingelovigen’, maar begrip voor hun toestand en bemoediging: “Vrede”.
Blijkbaar geen enkele aarzeling meer bij de leerlingen. Ineens zijn ze vol enthousiasme.
Maar Thomas was er niet bij. Hij was een nuchter man en had reeds opnieuw zijn job opgenomen: “Ik geloof niet meer in sprookjes.
Vertellen jullie maar wat jullie willen, eerst zien en dan pas geloven!”
Ook voor Thomas’ standpunt heeft Jezus begrip en Hij zegt liefdevol: ‘Thomas, leg je hand maar in mijn wonden, voel maar. Ik ben het echt.”
Thomas doet dat en hij herkent Jezus.

Laten we luisteren ...

Lezing: Johannes 20, 19–31  (NBV21)

Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; uit angst voor de Joden hadden ze de deuren op slot gedaan. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie!’ Na deze woorden toonde Hij hun zijn handen en zijn zij. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. Nog eens zei Jezus: ‘Vrede zij met jullie! Zoals de Vader Mij heeft uitgezonden, zo zend Ik jullie uit.’ Na deze woorden blies Hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’

Een van de twaalf, Tomas (dat is Didymus, ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam. Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’ Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren op slot zaten, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Vrede zij met jullie!’ zei Hij, en daarna richtte Hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’

Jezus heeft in het bijzijn van zijn leerlingen nog veel meer tekenen verricht, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leven ontvangt door zijn naam.

Homilie:  (Mia)

Vorig weekend vierden we Pasen! Eigenlijk doen we dat NOG steeds! Feest van nieuw leven, van opstanding uit de dood!
Dat geloof in Jezus’ verrijzenis en dus ook in een leven over de dood heen voor ONS, is niet vanzelfsprekend.
Het steunt immers niet op objectief verifieerbare feiten. Wetenschappelijk kan het niet bewezen worden. Integendeel. Waarop steunt ons verrijzenisgeloof dan?
De verhalen over het lege graf en de verschijningsverhalen zijn beeldende verhalen!
Wanneer de evangelist vertelt over Jezus die verschijnt aan zijn leerlingen, dan gaat het niet over het feit dat ze Jezus letterlijk “zagen” zoals ze elkaar zagen.
Neen, het was een “zien met het hart”!
Ze mochten zijn aanwezigheid ervaren. Ze mochten Hem “ontmoeten” en zich gezonden weten om daarvan te getuigen.
Ook Thomas, over wie het in het evangelie van daarnet ging, heeft het moeilijk te geloven in Jezus’ verrijzenis.
Wellicht kunnen we onszelf wel herkennen in deze nuchtere, kritische mens die zo graag “bewijzen” heeft.
Maar Jezus laat zich ook aan Thomas “zien”!
En nu komt het mooie van dit verhaal: Thomas herkent Jezus aan Zijn wonden! Hij ziet Jezus als de gekruisigde die ons lijden mee blijft dragen!
Wat een troostende, blijde boodschap!

Dit evangelie zegt ons dat Jezus ons lijden blijft meedragen! En er is meer:
Zegt dit evangelie ons ook niet dat Jezus zich laat ontmoeten in elke gewonde, lijdende mens?
Jezus identificeert zich niet met de rijke, goed gesettelde burgers.
Hij identificeert zich niet met zij die in het centrum van de macht staan, zelfs niet met de Joodse leiders.
Hij identificeert zich met de mens die lijdt aan het leven, met kwetsbare mensen.
“Wat je aan de minsten gedaan hebt, dat heb je aan Mij gedaan.”
Lijdende mensen omringen met mededogen, met liefde, DAT is de opdracht van wie zich christen noemt.
Paus Franciscus zegt terecht dat de Kerk een veldhospitaal zou moeten zijn!
Dit evangelie is een aanklacht tegen de burgerlijke verpakking van het christendom.

Zijn wij niet TE veel “kleinburgerlijke” christenen geworden? Misschien moet dat voor ons wel een dagelijkse gewetensvraag zijn.

Verrijzenisgeloof … het is moeilijk, maar zo belangrijk!
Zonder het geloof in de verrijzenis van Jezus, zouden we zijn leven enkel kunnen zien als een grandioze mislukking!
Een groot profeet met een wervend geloof in God en in de Liefde, maar al na een korte tijd terechtgesteld. En dan?
De leerlingen hebben Hem echter na zijn dood, ontmoet als hun Levende Heer!
Dit maakte hen zo enthousiast dat ze, zonder angst, naar buiten trokken om het overal te gaan vertellen!
Ze keerden gans hun leven om. Ze trokken erop uit en overal verspreidde het geloof zich dat Jezus, die gestorven was als een misdadiger aan het kruis, LEEFDE!
DIT was het grote wonder!
Hun ontmoeting met de levende Heer, stuwde hen naar buiten en deed hen getuigen, ook al stond er ook voor hen een kruis klaar.
Dit KON slechts door een heel ingrijpende ervaring!
Ze moeten iets hebben meegemaakt dat hen zo overrompelde dat ze andere mensen werden: De ontmoeting met de verrezen Heer!
Dààrop steunt ook MIJN geloof in de verrijzenis!
En dààrdoor kan ik ook geloven dat geen enkel leven, in liefde geleefd, verloren gaat, maar voltooid wordt in God …
dat onze geliefde doden verder leven, over de dood heen.

In het licht van DAT verrijzenisgeloof, gaan we onze overledenen nu gedenken.
We maken het even stil en noemen hun namen in de stilte van ons hart. Om onze hoop uit te drukken dat God geen enkel leven laat verloren gaan, kunnen we nu hun naam op een paasbloem schrijven en deze hier aan het kruis van de verrezen Heer vastmaken.
De papieren paasbloemen en de balpennen, liggen op het altaar.

(...)

Daarna bidden we samen:

Jij Enige, onze lieve Heer,
geef Jouw heerlijkheid, Jouw toekomst en Jouw trouw aan deze gestorven mensen.
Wij kunnen niet geloven dat hun leven vergeefs zou zijn voorbij gegaan,
en dat alles wat zij voor ons hebben betekend nu zou verloren zijn.
Maar wij verenigen ons met het geloof waarin zij zelf aan Jou hebben vastgehouden ten einde toe,
aan Jou, hun God en onze God, die voor ons leeft tot in eeuwigheid. Amen.

Offerandelied:  ♫  59 Geproefd, geleefd, herkend

Tafelgebed

De dag voor zijn dood heeft Jezus met zijn apostelen aan tafel gezeten
en hen getoond hoe ze niet alleen achterblijven maar dat Hij altijd in hun midden is
wanneer ze samenkomen, in zijn naam,
door het brood te breken en de beker met wijn te drinken.

Maar we gedenken ook onze lieve doden die ons voorgegaan zijn in het spoor van Jezus.

Hij toonde ons dat de dood, de grote vijand, onze grote angst, slechts een korte brug is,
wel een eenzame, die we allen moeten oversteken.

Laten we aan tafel gaan en die Jezus gedenken.

Tafelgebed:  ♫  104 Gij die weet

Onze Vader

Laten wij ons richten tot God die niemand van ons vergeet en zich kenbaar maakt met de naam ‘ik zal er zijn voor jou’.
Een God die ons zo nabij wil zijn dat Jezus Hem aansprak met Vader.
Bidden wij dan samen het gebed dat wij van Jezus ontvangen hebben.

Onze Vader …

Vredeswens

“Vrede zij met jullie”: dat was het eerste wat Jezus zei tegen zijn vrienden, bij het terugzien na de dood.

Ik denk dat er geen mooiere wens is dan iemand de vrede wensen.
Vrede van binnen, in hart en hoofd.
Vrede buiten, in het goed kunnen en mogen samenleven.

Dat is de opdracht van Pasen: mee vrede bewerken, want waar vrede is, is verrijzenis, is opstanding uit lijden en vernietiging. 

... wensen wij elkaar die vrede van harte toe.

Broodbreking:

Jij die ons gezegd hebt wat leven is: te doen wat goed is, recht, elkaar bevrijden.
Jij die het licht in ons geschapen hebt, dat niet de duisternis ons overmeestert, dat niet het laatste woord is aan de dood.

Laten we vieren dat we van ieder moment een nieuw begin kunnen maken.
Laten we brood van leven zijn voor elkaar …

 ♫  209   Telkens als wij eten van dit brood …

Moge het breken en delen van dit brood ons hart versterken.
Dat wij vol hoop meewerken aan een nieuwe wereld waar brood en recht en waardigheid en liefde is voor al wat leeft.

Deel dan dit brood met elkaar;
volg na wat je in handen neemt
en tracht voor alle mensen zo goed als God te zijn.

Communielied:   ♫  131  Die mij droeg

Bezinning:

Vrede zij met jullie!
Jij met je zoeken en twijfelen.
Jij, Thomas, want je schippert tussen ’wel willen geloven’,
en ‘niet kunnen geloven’,
tussen ‘eerst zien en daarna geloven’
en ‘geloven zonder te zien’.
Laat Gods Geest maar binnen in je leven.
En weet: als je vergeeft, dan is ’t vergeven,
en als je niet vergeeft, dan blijft het kwade woekeren
Vrede zij met jullie.
Steek je handen uit en leg ze in de wonden van de lijdende medemens.
Want dat zijn vandaag de wonden van de Christus.
Alleen door je te laten raken, kan je tot geloof komen.
Zo sprak de Verrezene en zo spreekt Hij nog altijd.

Slotgebed

God,

Jij die hoop op leven wekt, ook voor onze doden,
leer ons te geloven in Hem die wij nooit hebben gezien.

Dat wij Hem herkennen in de wonden van lijdende mensen
en net als Hij de weg gaan van breken en delen,
ten bate van onze gekwetste medemens.

Beziel ons daartoe met Jouw Geest die ook Jezus inspireerde,
Jouw Zoon en onze Broeder.
Amen.

Zegengebed

Moge je gezegend zijn door de God, die zich doet kennen in liefde.

Die je ziet in het gelaat van je naaste.

Die tot je spreekt met de stem van je geweten.

Die je leidt op je levensweg,
je pad verlicht als je in duisternis gaat.

Die je beschermt tegen angst en pijn,
je nabij is in de schaduw van de dood.

Die een bron wil zijn van eeuwig leven.
Amen.