22 zondag door het jaar A  (29/08/2020)

Lezing: Mt.16, 21 – 27  (NBV)

Vanaf die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden door toedoen van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, en dat hij gedood zou worden, maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt. Petrus nam hem terzijde en begon hem fel terecht te wijzen: ‘God verhoede het, Heer! Dat zal u zeker niet gebeuren!’ Maar Jezus keerde hem de rug toe met de woorden: ‘Ga terug, achter mij, Satan! Je zou me nog van de goede weg afbrengen. Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.’ Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en mij volgen. Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden. Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als hij er het leven bij inschiet? Wat zou een mens niet overhebben voor zijn leven? Wanneer de Mensenzoon komt, in gezelschap van zijn engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader, dan zal hij iedereen naar zijn daden belonen. 

Bezinningstekst  (Walter)

Na-apen …
Wat is het grootste geschenk dat Jezus ons gegeven heeft? Misschien wel hoe hij omging met God. Meer nog, God was voor hem Vader, een liefdevolle papa. God was voor hem geen woord, geen gedachte, geen term, maar een diepe ervaring van zich bemind weten. Jezus heeft Gods overvloedige liefde ontdekt, doorvoelt, doorleeft en doorgegeven. 

Heel zijn leven was gericht op die liefdevolle Vader. Hij lag er niet wakker van wat de mensen en geleerden daar van vonden.

Jezus was niet met zichzelf bezig maar leefde geopend op de Vader. En deze liefdevolle verbinding trok hij ook door met iedereen die op zijn pad kwam. Telkens een mens zijn weg kruiste, was hij één en al aandacht, focus. Zo intens dat mensen die hem tegen kwamen, hun leven van richting veranderde. En dat, met een voorkeur voor ontmoetingen met zij, die heel kwetsbaar waren.

Jezus’ passie is dat we hem zouden volgen maar niet zoals een leerling achter een goeroe loopt. Jezus droomt ervan dat we zijn weg zouden gaan, Hem letterlijk zouden na-apen. Dat we zouden leven zoals hijzelf heeft geleefd, wetend dat dit soms heftig en lastig kan zijn.

Aan ons om in dat spoor van Jezus te gaan staan. Aan ons om onze kleine gedachten over God los te laten en nog meer te gaan wonen in Zijn onwaarschijnlijke liefde voor jou, heel warm en heel persoonlijk. Aan ons om onze kleine manier van kijken en leven in te ruilen voor Jezus’ manier van in het leven staan. Aan ons om te ervaren dat je leven verliezen voor God en voor de ander, voluit leven betekent.

Laten we het oefenen in de komende dagen. Bij de start van het nieuwe schooljaar en het nieuwe werkjaar zijn er kansen te over om ons leven te geven.

En weet, dat als je alles opgeeft om net als Jezus te leven, te spreken, te bewegen, je leven rijk zal zijn …

Als je durft loslaten omwille van Jezus, ligt het honderdvoud aan geluk op je te wachten.