2 zondag door het jaar B  (13/01/2024)

Openingslied:  ♫  69  Een lied tot Jezus Christus

Inleiding  (Jackie)

We duiken vandaag terug in het evangelie volgens Johannes, nog altijd in het 1ste hoofdstuk:
het gaat over het eerste optreden van Jezus, de ontmoeting met Johannes de Doper en zijn leerlingen.
Veelal spreekt men hier over ‘het verhaal van de roeping van de leerlingen’.
Eigenaardig want uit het verhaal blijkt dat Jezus helemaal niet roept. Hij straalt wel iets uit, Hij raakt mensen die Hem ontmoeten en daarom zijn de leerlingen van Johannes de Doper geïnteresseerd, ze zijn gegrepen door die figuur van Jezus, ze willen moeite doen om Hem beter te leren kennen. Ze volgen Hem.
En dan zegt Jezus niet ‘kom en volg mij’ …
Neen, Hij keert zich om en stelt ons de vraag ‘wat zoeken jullie?’

Laat ons luisteren hoe het verder gaat.

Lezing:  Johannes 1, 35-42  (NBV21)

De volgende dag stond Johannes er weer met twee van zijn leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’ De twee leerlingen hoorden wat hij zei en gingen met Jezus mee. Jezus draaide zich om, en toen Hij zag dat ze Hem volgden, zei Hij: ‘Wat zoeken jullie?’ ‘Rabbi,’ zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar verblijft U?’ Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’ Ze gingen met Hem mee en zagen waar Hij onderdak had gevonden. Het was ongeveer twee uur voor zonsondergang, en ze bleven die dag bij Hem.
Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus. Meteen zocht hij zijn broer Simon op, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de messias gevonden,’ (dat is Christus, ‘gezalfde’) en hij nam hem mee naar Jezus. Jezus keek hem aan en zei: ‘Jij bent Simon, de zoon van Johannes, maar voortaan zul je Kefas heten.’ (Dat is Petrus, ‘rots’.)

Homilie  (Jackie)

Kom en zie! Wat doet het deugd, dat klein stukje evangelie. Dat is mijn ervaring.
Je moet weten, ik heb altijd wat in de knoop gelegen met het feit dat christenen onder elkaar zo vijandig gezind kunnen zijn.

Ik heb al verschillende keren le sentier Cathare afgestapt als pelgrimstocht. Die tocht confronteert ons met de geschiedenis waarbij de ene christen groep, hier de Rooms katholieke, een andere christen beweging afstraft. We zijn in de 13de eeuw. Het ging om de strijd tegen de Catharen, een groep christenen die als ketters gezien werden en die met hun afwijkende leer veel succes hadden in het zuiden van Frankrijk. Ze vormden een bedreiging voor het Rooms katholieke gezag. Om deze trend te stoppen had men de intentie ze uit te moorden en omdat men van buiten niet kon zien of iemand de Cathaarse leer aanhing of niet, ging men, in samenspraak met de koning, over tot het lukraak vermoorden van mensen.

De woorden “tuez les tous, Dieu reconnaîtra les siens’ werden tijdens het beleg van Béziers in 1209 uitgesproken door Arnaud Amaury, abt van Cîteaux, dit in opdracht van en als gezant van paus Innocentius III.
Gelukkig hadden we in die tijd ook Franciscus van Assisi waar we ons kunnen aan optrekken. 

Vandaag zien we de Kerkvorst Kirill die zegt zijn lot te verbinden aan het ‘Godsgeschenk' Poetin en zien we dat hij, als hoofd van de Russisch-orthodoxe kerk, de Russen oproept om zich te verenigen rond zijn leiderschap in de oorlog tegen Oekraïne, ook orthodox christenen.
Je voelt het. Hier is men niet goed bezig. Hier speelt macht een te grote rol en macht en waarheid is een gevaarlijke combinatie, zowel in grote als kleine situaties.

Maar ook in de heel vroege geschiedenis, in de eerste jaren van het christendom, was er al onenigheid. We lezen dit o.a. in de brief van Paulus aan de Galaten: Paulus was vooral de apostel onder de niet-Joden en werkte in de gebieden rond de Middellandse Zee, Klein-Azië en Griekenland. Paulus heeft het er heel moeilijk mee dat apostelen in Jeruzalem, zoals Petrus en Jacobus, stellen dat, als ge u niet laat besnijden naar het gebruik van Mozes en de sabbat niet onderhoudt ge geen goed christen kunt zijn. Zij verwijten Paulus dat het evangelie dat hij onder de ‘heidenen’ verkondigt van de vrijheid in Christus, niet het ware evangelie is. Hij is nog meer ongelukkig als ze achter zijn rug, bv. aan de Griekstalige niet-Joden in Antiochië, de mensen gaan overtuigen van de onwaarheid die Paulus brengt. Daarom gaat hij naar Jeruzalem om zijn boodschap voor te leggen. Het is mooi om te zien hoe hij de eenheid voor ogen heeft en uiteindelijk schrijft: ‘toen zij zagen dat mij de prediking van het evangelie aan de onbesnedenen was toevertrouwd, zonder het verplicht onderhouden van de Wet i.z. besnijdenis en sabbat, zoals Petrus dit doet aan de besnedenen, en toen zij de genade opmerkten die mij geschonken was, reikten Jakobus, Kefas, Petrus en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij de hand.’
Mooi gebaar, eerste eenheid in diversiteit!
Misschien stelt ge u nu de vraag: wat heeft dit met het korte evangelie van vandaag te maken?’ Wel, dit evangelie laat ons zien dat Jezus volgen niets te maken heeft met macht of het met hand en tand verdedigen van uw gelijk.

Het begint al met de eerste zin die Johannes de Doper zegt: "Zie het Lam Gods!", in het Aramees ‘betekent dat woord (‘ebya’) zowel ‘dienaar’ als ‘lam’. Dus zeker geen symbool van vechtlust.

Dan komt de vraag van Jezus: ‘Wat zoeken jullie?’ Niet zo een gemakkelijke vraag, zeker geen oppervlakkige vraag. Ik denk dat ons antwoord zeker niet zou zijn ‘wij willen meer macht, wij willen gelijk hebben, …’ Wij zijn al blij met kortstondige momenten van geluk  die we samen met anderen kunnen beleven met tegelijk het verlangen, de nood, naar duurzaamheid, naar uitzicht naar wat nog komt. We noemen het ‘het Rijk Gods’.

Omdat de vraag toch wat moeilijk was antwoorden de leerlingen van Johannes de Doper met een wedervraag: ‘Mijnheer waar woonde gij?’
En dan zegt Jezus: ‘Kom en zie’

Wat zouden wij zoal meemaken en zien?
Ik denk, vooral twee dingen: Ten eerste, Hij is helemaal thuis bij God die Hij zijn Vader noemt, daar woont Hij,  
en ten tweede, wij zien een belangloze dienstbaarheid van een Dienaar.
Dat eerste gaat niet over een gebeuren met grote lofzangen of over euforische aanroepingen met de armen in de lucht, maar eerder over een liefdevolle verbondenheid met Iemand die ons beminnenswaardig vindt, die ons graag ziet en die we mogen aanspreken. 
Het tweede gaat over de zorg voor onszelf en voor de medemensen, vooral het meest kwetsbare in de mensen, en de zorg voor de planeet waarop we wonen.
Op zich is dit eenvoudig, maar ook niet zo zelfsprekend gemakkelijk. Maar, al doende leren wij Hem beter kennen! Gaandeweg! Er is dus tijd voor groei doorheen voortdurende ontmoetingen. Het ‘Zien’ in ‘kom en zie’ betekent dus ‘gaandeweg inzien’.
Het samenkomen als christelijke gemeenschap onderweg kan daar veel bij helpen, we leren Jezus alsmaar beter en beter kennen. Wij krijgen de kans te ontmoeten, te luisteren naar het woord dat ons inspireert, te danken, samen, zoals Hij vroeg, maaltijd te vieren, te luisteren naar elkaar en gesterkt terug aan de week te beginnen. We leren thuis komen en we leren zorg dragen.
Al de rest lijkt mij niet de moeite om er ruzie over te maken. Dat gaan we dan ook niet doen.
Laat ons samen de tafel dekken en zingend bidden ‘Kom leg je hand in mijn hand’.

Bezinning

Lezer 1:
Het was Johannes die het merkte:
die Jezus is meer dan gewoon.
Hij is het Lam Gods, de messias,
maar geen koning op een troon.

Er waren twee curieuzeneuzen.
Ze vroegen Rabbi, waar woon jij?
Hij keek hen vriend’lijk in de ogen
en weet je wat hij ...
weet je wat hij hen toen zei?

Kom en zie
Laat je vooroordelen varen,
blijf niet als een blinde staren
breek naar buiten, kom en zie
Kom en zie
Hier wil Jezus jou ontmoeten
Hij toont zijn handen en zijn voeten
als een teken, kom en zie.

Lezer 2:
Een timmerman uit Galilea,
zo iemand had men niet verwacht.
Zijn thuis is bij zijn God, zijn Vader,
daar is het dat Hij op ons wacht

Ja, ook zijn wij curieuzeneuzen.
We vragen Rabbi, waar woon jij?
Hij kijkt ons vriend’lijk in de ogen
en weet je wat hij ...
weet je wat hij tot ons zegt?

Kom en zie
Laat je vooroordelen varen,
blijf niet als een blinde staren
breek naar buiten, kom en zie
Kom en zie
Hier wil Jezus jou ontmoeten
Hij toont zijn handen en zijn voeten
als een teken, kom en zie.

En wat doe jij? Kom en gij zult zien.