10 zondag door het jaar B - 'Verwantschap' (08/06/2024)
Inleiding (Jackie)
We lezen de ganse maand juni uit het evangelie van Marcus.
Voor we vandaag luisteren is het toch goed te weten dat dit evangelie, het eerste en oudste, geen evangelie is van vertederende verhalen.
Marcus begint niet met een boodschap van de engel aan Maria, geen geboorteverhaal, geen kerstgebeuren. We vinden dit enkel bij Lucas en Matteüs. Niets daarvan bij Marcus. Marcus komt direct ter zake.
Marcus schrijft dit evangelie rond het jaar 70. De Romeinen zijn het land binnengevallen, de tempel van Jeruzalem is helemaal plat gelegd, het joodse volk uit elkaar geslagen. De Romeinse veldheer Titus heeft korte metten gemaakt met de Joden, hij heeft alles vernield en in Rome de blijde boodschap gebracht: We hebben ze verslagen.
Dan komt Marcus met zijn goede boodschap, een heel ander goed nieuws. Marcus vertelt hoe eenvoudig Jezus’ aanpak is geweest. Hij heeft mensen rond zich verzameld om samen op weg te gaan.
Marcus vertelt dat Jezus zijn volgelingen de opdracht meegeeft zich te gedragen als naaste voor mensen, vooral zij die dreigen te verkommeren, die ten ondergaan aan eenzaamheid, die het niet meer zien zitten, moedeloos zijn. Hij heeft een soort nieuwe familie voor ogen. Daar mag niemand uit de boot vallen.
Daar ondersteunen mensen elkaar. Ze dragen zorg.
Na Jezus’ dood zijn zijn volgelingen blijven samen komen. Ze weten zich met elkaar verbonden.
Het is hen te doen om die nieuwe familie waar niemand gediscrimineerd wordt. Dat is de uitdaging die al eeuwen mensen gemobiliseerd heeft, een uitdaging die ook ons mobiliseert. Mensen zijn elkaar blijven opzoeken om die nieuwe familie metterdaad gestalte te geven.
Dat is dan ook wat wij vandaag te horen zullen krijgen. Het is een verhaal in 2 delen, een A-deel en een B-deel, weliswaar opgebouwd als A-B-A. Eerst een beetje A, dat begint met Jezus zijn verwanten die Hem opzoeken omdat ze bezorgd zijn om Jezus omdat men zegt dat Hij niet meer bij zijn verstand is. Vervolgens komt een B-deeltje waar Jezus zich verdedigt tegen de Schriftgeleerden uit Jeruzalem, die beweren dat Hij des duivels is, en daarna terug een A-deeltje waar Jezus’ verwanten, zijn moeder en zijn broeders, Hem laten roepen.
Dan volgen enkele, op het eerste gezicht, harde woorden van Jezus. Laat ons luisteren.
Lezing: Marcus 3, 20-35 (NBV21)
Hij ging terug naar huis, en weer verzamelde zich een menigte, zodat ze zelfs niet de kans kregen om wat te eten. Toen zijn verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om Hem, desnoods onder dwang, mee te nemen, want volgens hen had Hij zijn verstand verloren.
Ook de schriftgeleerden die uit Jeruzalem gekomen waren, zeiden: ‘Hij is bezeten door Beëlzebul,’ en: ‘Dankzij de vorst der demonen kan Hij demonen uitdrijven.’ Toen Hij hen bij zich geroepen had, sprak Hij tot hen in gelijkenissen: ‘Hoe kan Satan zichzelf uitdrijven? Als een koninkrijk innerlijk verdeeld is, kan dat koninkrijk niet standhouden; als een gemeenschap innerlijk verdeeld is, zal die gemeenschap niet kunnen standhouden. En als Satan tegen zichzelf in opstand komt en innerlijk verdeeld is, kan ook hij niet standhouden, maar gaat hij zijn einde tegemoet. Bovendien kan niemand het huis van een sterke man binnengaan om zijn inboedel te roven, als hij die man niet eerst vastgebonden heeft; pas dan kan hij zijn huis leeghalen. Ik verzeker u: alle wandaden en godslasteringen, hoe erg ook, kunnen de mensen worden vergeven, maar wie lastertaal spreekt tegen de heilige Geest, krijgt in alle eeuwigheid geen vergeving, want zo iemand is schuldig aan een onuitwisbare zonde.’ Dit omdat ze gezegd hadden: ‘Hij is bezeten door een onreine geest.’
Intussen waren zijn moeder en zijn broers aangekomen. Ze stuurden iemand naar binnen om Hem te halen. Zelf bleven ze buiten wachten. Er zat een groot aantal mensen om Hem heen. Toen er tegen Hem gezegd werd: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten en zoeken U,’ antwoordde Jezus: ‘Wie zijn mijn moeder en mijn broers?’ Hij keek de mensen aan die in een kring om Hem heen zaten en zei: ‘Jullie zijn mijn moeder en mijn broers. Want iedereen die de wil van God doet, die is mijn broer en mijn zus en mijn moeder.’
Homilie (Jackie)
Laat ons beginnen met het B-verhaal. Jezus gaat fel tekeer tegen wat wij vandaag ‘fake-news’ noemen. Zeker in een verkiezingstijd waar we vandaag in leven is dit heel actueel. Er worden ook vandaag bewust feiten verdraaid en die feiten worden op een slinkse manier via de media verspreid. Vooral via de social media wordt dit dan op onkritische wijze overgenomen en nog sneller verspreid.
En de bedenkers van dit fake nieuws gaan er echt niet van uit dat iedereen zal geloven wat er staat, maar hun belangrijkste doel is het verspreiden van twijfels omtrent de integriteit van de tegenstander. Iets dergelijks overkomt Jezus vandaag in het evangelie. Zelfs zijn eigen familie twijfelt of Hij nog wel goed bij zijn verstand is.
Mag ik jullie vragen eens de volgende berichten, gewoon uit het nieuws gegrepen, rustig na te lezen en ze eventjes te laten bezinken:
In de oorlog tussen Israël en Hamas is VN-hulporganisatie UNRWA ineens onderwerp van discussie. Medewerkers van de organisatie zouden mogelijks betrokken zijn geweest bij de aanval van Hamas op 7 oktober. De Verenigde Staten en andere Westerse landen hebben de financiering opgeschort.
(De betrokkenheid van UNRWA met Hamas bleek na onderzoek fake nieuws)
'Zo veel, zo sterk en zo verzonnen: fake news gaat stevig rond in verkiezingstijd'. In Duitsland: Bij het tellen van de stemmen voor AfD (extreem rechts) krijgen verkiezings-functionarissen de opdracht er op te letten dat er niet buiten de lijntjes gekleurd wordt. In dat geval wordt deze stem ongeldig. In de video wordt gespeculeerd op verkiezingsfraude. De video werd meer dan 100.000 keer bekeken op Tiktok. (Gelezen in de Standaard 08/06/2024)
Jezus gaat fel tekeer tegen het verspreiden van ‘alternatieve feiten’ van dergelijk fake nieuws – Zo worden mensen in onze samenleving ten onrechte beschadigd en in diskrediet gebracht. Hij noemt dit een zware zonde tegen de geest van de waarheid, de geest van Gods liefde. Dit is dan ook een bewust ontregelen en ontwrichten van de samenleving, dit is niet wat Hij bedoelt met het Rijk Gods.
En dan komen we bij het 2de verhaal, het A-A verhaal. Wat we hier uit leren is dat er een verschil is tussen bloedverwanten en zielsverwanten. Natuurlijk weten we hoe sterk de liefde kan zijn tussen bloedverwanten, moeder en kind, broer en zus, familie. Maar iedereen weet ook dat familie verwantschap niet altijd een garantie is voor zielsverwantschap. Jezus heeft het hier over ons, zijn leerlingen, volgelingen. Wij zijn zielsverwanten en op die manier broers en zussen. Dit is de familie die Jezus voor ogen heeft. En dit kan in alle verscheidenheid, zie maar in de prille geschiedenis van het christendom, wat het verschil was tussen Marcus en Lucas, en zeker Paulus … mogen we dan niet van gedacht verschillen? Jawel, maar …
Mag ik jullie vragen terug eens de volgende 2 teksten rustig te lezen en ze eventjes te laten bezinken, ze zijn van de hand van Ignace D’hert, pater Dominicaan, een paar weken oud:
De geest van de beweging die van Jezus is uit gegaan geeft inderdaad ruimte aan verscheidenheid onder geloofsgemeenschappen. Het helpt ons begrijpen hoe er vandaag gezocht wordt naar een nieuwe vorm van verbondenheid die recht doet aan verscheidenheid. Dat is inderdaad goed nieuws omdat het verbondenheid schept wereldwijd, verwantschap zonder de eigen aard van die verschillende geloofsgemeenschappen in een dwangbuis op te sluiten.
Misschien vinden we hierin inspiratie voor de situatie waarin de kerk zich vandaag bevindt. De kerk hoeft niet echt een uniform blok te zijn dat gestuurd wordt vanuit het centrale bureau te Rome. Er is van in den beginne verscheidenheid geweest. De evangelisten Matteüs en Lucas hebben zich geïnspireerd op het verhaal van Marcus, maar zijn er met grote vrijheid mee aan de slag gegaan. Sterker nog: reeds in de jaren 50 is Paulus er op eigen houtje op uit getrokken om de boodschap van Jezus handen en voeten te geven voor alle mensen. Hij heeft daartoe geen toelating van Rome gevraagd. Hij heeft zijn eigen overtuiging gevolgd.
Dit doet me denken aan de woorden van onze vormheer André die recent bij ons te gast was bij de vorming en zalving van Elias en Anna en begon met te zeggen dat het voor hem voelde alsof hij op familiebezoek was. Meteen het gevoel ervaren van verbondenheid, verwantschap met al die mensen die er samenkomen. Mensen die, door de jaren heen, in alle bescheidenheid, de betekenis van dit samenzijn hebben leren waarderen en die hier de rijkdom vinden die je voor geen geld ter wereld wilt missen.
En dat kan ook al is er binnen de gemeenschap zelf verscheidenheid.
Zoals een vader die aan tafel zit met zijn zoon en een discussie heeft over hun politieke voorkeur en zegt ‘ik ben van een ander gedacht, ik luister naar jou en ik zie je graag en we gaan samen op stap’.
Laat ons in die geest samen aan tafel gaan.